Lady Geek kijkt: Interstellar

A ringed spacecraft, revolves around a wormhole, here depicted as a reflective sphere.

Interstellar film poster; licensed under Fair use via Wikipedia.

Als laatste ter wereld ongeveer heb ik gisteren eindelijk Interstellar gezien. Als liefhebber van ruimtevaart en science fiction kon ik ‘m natuurlijk niet missen, maar zoals altijd met blockbusters is het toch een beetje spannend: is hij een beetje belachelijk, of heel belachelijk?

Vooropgesteld: Interstellar is een mooie film. ‘Mooi’ als in ‘mooi om naar te kijken en luisteren’, vooral. En ja, natuurlijk moest ik op een paar punten een traantje wegpinken, want zo ben ik nou eenmaal. Maar op bepaalde punten moest ik hardop lachen van de clichématigheid. Zonder enige spoilers te willen geven: op een gegeven moment wordt er vrij letterlijk gezegd: “we’re gonna save the world with love.”

De robots CASE (Kees?) en TARS, echter, zijn tof. Waarom hebben onze computers nog geen humor-stand? Op de wetenschap is weinig aan te merken. Theoretisch natuurkundige Kip Thorne heeft goed in de gaten gehouden dat de film geen fouten bevat, in ieder geval vanuit zijn perspectief. Het plot is natuurlijk tot de rand gevuld met onwaarschijnlijkheden, maar zonder onwaarschijnlijkheden heb je al gauw geen spectaculaire film. En eigenlijk is dat ook helemaal niet zo belangrijk, stelt Matt Singer:

Or maybe ‘Interstellar’ really is set on our Earth 50 years in the future, and it doesn’t matter anyway because ‘Interstellar’ is a work of fiction. It’s particularly strange to see people holding ‘Interstellar’ up to a high standard of scientific accuracy because the movie is pretty clearly a work of stylized, speculative sci-fi right from the start.

Fictie, zelfs science fiction, hoeft niet realistisch te zijn. Mits er maar niet zulke overduidelijk foute dingen gebeuren dat het je uit je suspension of disbelief trekt, want dat is zonde van de wereld die zo’n film schept. (Bij mij ging dat dus even mis bij het eerder genoemde ‘saving the world with love’.) Wat natuurlijk wel onwaarschijnlijk is, is dat de hele film lang niemand ook maar één keer een Star Trek-gerelateerde grap maakt. (Warp drive, anyone?)

De special effects van Interstellar zijn spectaculair. Opvallend: visuele effecten doen we tegenwoordig eigenlijk altijd met de computer, maar geluidseffecten worden nog steeds opgenomen, niet gesimuleerd met de computer. Hoe maak je het geluid van een auto die door een maisveld rijdt? Microfoons op een auto binden en door een maisveld rijden. Wat doe je om het geluid van een raketlancering in een film te krijgen? Geluidsopnames van raketlanceringen zoeken. Hoe krijg je zo realistisch mogelijk geluid van voetstappen in de sneeuw? Jawel: een blok sneeuw in de studio neerzetten en erop lopen.

De geluidseffecten zijn inderdaad supergoed. De momenten dat er opeens doodse stilte is in de ruimte… Chilling.

Tot slot: het is prachtig dat er in Interstellar twee vrouwelijke karakters optreden in van oudsher traditioneel mannelijke rollen: een astronaut en een wetenschapper. Een 50-50-verdeling was mooier geweest (we hebben nu in het ruimteschip drie mannen en één vrouw), maar het is een goed begin. Het klinkt als een zeurpuntje, maar hoe eerlijker de verdeling, hoe groter de kans dat meiden én jongens een rolmodel vinden in deze film en zichzelf zien als de astronaut en/of wetenschapper van de toekomst.

3 gedachten over “Lady Geek kijkt: Interstellar

  1. Ik heb de film een paar weken geleden zitten kijken met de wederhelft. Hij had ‘m al gezien in de bios maar ik was toen terughoudend. Vind ik achteraf bezien jammer, maar het is zoals het is. Ik kan me goed vinden in de punten die je aangeeft. Ben blij dat ze een wetenschapper hebben aangenomen en de film zo dicht mogelijk bij zijn theorieen hebben laten aansluiten.
    Zo had ik het bij Star Trek: Into Darkness heel moeilijk om de ‘Cold Fusion Bomb’ te accepteren, omdat ik dat vind grenzen aan Science Fantasy.

    Was jij trouwens ook zo verrast toen er halverwege nog een acteur werd geintroduceerd?

  2. Ik vind de film ook oogstrelend, maar mijn ‘suspention of disbelieve’ haperde even toen astronaut Cooper in het zwarte gat verdween en een poosje later zwevend weer opdook bij Saturnus.
    Kennelijk neemt ook in deze film de misleidende term ‘zwart gat’ een loopje met de verbeelding, want zoals toch bekend is gaat het bij een zwart gat om een zeer compacte massa en is er dus helemaal niet sprake van een gat zoals bijvoorbeeld bij een gat in je sok, of een gat in een muur waar je doorheen kunt kruipen. Het was dus in zekere zin alsof Cooper zich door de ’trash compacter’ uit Star Wars IV liet pletten (zonder dat C3PO/R2D2, of in dit geval TARS/CASE, hem uit die benarde positie wisten te redden), maar het desondanks kon navertellen.
    Maar goed, wie dusdanig geplet is vindt dus blijkbaar altijd wel een kiertje waardoor ie kan ontsnappen.

    Aardig vond ik, dat halverwege de film ook nog het nieuwe robot-personage KIPP (“He needs the human touch”) werd geïntroduceerd. Een duidelijke verwijzing naar Kip Thorne.

    Een leuke observatie van jou trouwens over geluidseffecten in films, die in tegenstelling tot die van beelden inderdaad vaak helemaal niet zo speciaal zijn. Daar had ik eigenlijk nog nooit zozeer bij stil gestaan.

Geef een reactie