Mijn bijdrage aan het wetenschapsnieuws, juni 2017

In het dagelijks leven werk ik als communicatieadviseur en persvoorlichter bij de Universiteit Utrecht. De perfecte baan voor een schrijvende nerd als ik, want ik ben elke dag bezig met interessante verhalen over (bèta)wetenschap. Voor wie nieuwsgierig is naar wat ik zoal schrijf (en wat Utrechtse wetenschappers zoal uitvoeren): deze berichten heb ik in juni 2017 de wereld in gestuurd.

Een filmpje over hoe Hans Oerlemans de Morteratschgletsjer wil redden (en hoe hij op dit moment zijn aanpak aan het testen is op een zelfgemaakte babygletsjer:

Hallo Robot, hallo boek!

Stel je even voor: het is zomer 2015, je wilde altijd al schrijver worden, je eerste boek (of tweede, afhankelijk van of je je proefschrift meerekent) is bijna af, je verzamelt robots en houdt van nerdy dingen, en dan vraagt een van je favoriete wetenschapsjournalisten of je zin hebt om samen een boek te schrijven over robots.

“Goh,” zeg je dan, “interessant idee.”

Ondertussen, van binnen:

Natuurlijk zei ik ja. Wat dacht je dan? OK, het gaat ten koste van mijn vakanties en mijn sociale leven, en kost waarschijnlijk meer geld dan het oplevert, maar daar gaat het niet om. Schrijven! En robots! Die hele riedel die ik nu op feesten en partijen afdraai als mensen mij vragen of robots de wereld (of hun baan) gaan overnemen, die komt nu in uitgebreide, grappige, informatieve, onderhoudende vorm in een boek te staan. Met een voorwoord van de enige echte Ionica Smeets. En ik ben echt ZO FREAKING EXCITED.

Hallo Robot

Hoe echter het wordt, hoe cooler: we hebben inmiddels een heuse cover en een website en we zijn keihard aan het werk om ervoor te zorgen dat het in november in de winkels kan liggen.

Hallo Robot vertelt verhalen over de wetenschap en techniek achter de robots. Hoe werken ze? Wat kunnen ze? Wat kunnen ze niet? Wat willen we van ze? Hoe ver zijn ze al gekomen en wat belooft dat voor de toekomst? In Hallo Robot ontmoet de lezer zowel echte robots als sciencefiction-robots, maar ook de mensen achter de robots: de robotmakers en -ontwerpers, hobbyisten en professionals.

Je kunt ons volgen op Facebook voor allerlei toffe updates, en op pagina 36-37 van de najaarscatalogus van Uitgeverij Nieuw Amsterdam lees je er nog meer over. Wij zijn niet bang voor robots. Jij nog wel?

Waarom Lego-films alleen leuk zijn als ze op Lego lijken

Weet je nog, The Lego Movie? Met die supercoole vrolijke energieke theme song? Wat een gek, grappig, houtje-touwtje videoclipje eigenlijk:

Gemaakt door Markus van 6! Die home-made stijl kun je ook een beetje herkennen in de film: ook al is het grotendeels CGI, je ziet juist wel de touwtjes hangen in sommige scènes. En juist dat maakt de film zoveel leuker dan eerdere Lego-films, waarbij de animatoren zich niet aan de ‘regels’ van Lego hielden:

“There was a tendency to sort of treat the plastic as if it was flexible rubber, which means the characters could flex and move a lot more than they were able to in real life.”

Het animatieteam van The Lego Movie hield zich wel aan die regels, en dat zorgt niet alleen voor die echte Lego-achtige sfeer, maar ook tientallen kleine grappige momentjes als je je elke keer weer realiseert dat o ja, dit óók! van Lego gemaakt is:

“Everything, gunshots, smoke, water, fire, explosions, clouds, even mud on the camera, are all made up of LEGO pieces as they look in real life.”

En dat is eigenlijk allemaal weer terug te leiden naar fan-made Lego-filmpjes uit de jaren 80. Mooi verhaal dit. Kijken:

De fascinerende details van internetspeak

Rond het begin van deze eeuw noemde ik mezelf chix0r op internet, en zei ik dingen als “brb” en “afaik” en “imho”. Helemaal into internetspeak dus. Cool, toch? Ja, voor toen misschien. Maar de huidige internetspeak is heel anders, en eerlijk gezegd tamelijk onbegrijpelijk voor een dertiger als ik.

or even with more subtle things like end punctuation: “i’m not going” basically just means i’m not currently planning to go to the thing; “i’m not going.” carries much more of a connotation of “i have seriously considered going and have Reasons for staying at home” (and note that capital — “i have Reasons for staying at home” feels different than “i have reasons for staying at home”).

Hooooooly cannoli. (Dat is vast ook niet meer een heel coole uitdrukking, trouwens.) Een deel van deze observaties kan ik wel delen omdat ik vorig jaar een tijdje vrij actief was op tumblr (ja, een beetje het livejournal van tegenwoordig, je weet wel). Ik was dus bijvoorbeeld heel trots toen de term “woke” langskwam in Dear White People en ik daadwerkelijk ongeveer wist waar het over ging. Maar het blijft toch een beetje langs de kantlijn staan en net doen alsof ik niet compleet in verwarring ben. Maar dat zal (haast per definitie) de leeftijd wel wezen.

Mijn bijdrage aan het wetenschapsnieuws, mei 2017

In het dagelijks leven werk ik als communicatieadviseur en persvoorlichter bij de Universiteit Utrecht. De perfecte baan voor een schrijvende nerd als ik, want ik ben elke dag bezig met interessante verhalen over (bèta)wetenschap. Voor wie nieuwsgierig is naar wat ik zoal schrijf (en wat Utrechtse wetenschappers zoal uitvoeren): deze berichten heb ik in mei 2017 de wereld in gestuurd.

“Verrassingen zijn altijd mogelijk als je in een scheikundig lab werkt”: Marc-Etienne Moret vertelt over zijn ERC Start Grant (9 mei 2017)

“Met chemie kun je de nieuwe wereld maken”: Bert Weckhuysen in de eerste aflevering van Captains of Chemistry (24 mei 2017)

“Niet al het bosherstel is gebaseerd op best practices, en dat wil ik veranderen”: Oratie van professor Jaboury Ghazoul op 12 juni (31 mei 2017)

Hoe voed je je zoon feministisch op

Een van de issues met feminisme is dat het klinkt alsof het alleen over vrouwen gaat, alsof alleen vrouwen mee moeten doen en alsof alleen vrouwen er iets aan hebben. Maar dat is natuurlijk verre van waar. Uit ‘How to Raise a Feminist Son’ (New York Times):

Even as we’ve given girls more choices for the roles they play, boys’ worlds are still confined, social scientists say. They’re discouraged from having interests that are considered feminine. They’re told to be tough at all costs, or else to tamp down their so-called boy energy.

If we want to create an equitable society, one in which everyone can thrive, we need to also give boys more choices. As Gloria Steinem says, “I’m glad we’ve begun to raise our daughters more like our sons, but it will never work until we raise our sons more like our daughters.”

Met handige zelf-doe-tips!

Songfestivalbingo 2017

Ladies (m/v)! Het is er weer tijd voor, as we speak zelfs, het Eurovisie Songfestival. We zitten er letterlijk middenin: eergister de eerste halve finale, this very moment de tweede halve finale, en overmorgen de finale, wellicht met Nederland, maar dat is natuurlijk nog even spannend.

Maar voordat we verder gaan is hier de soundtrack voor deze blogpost:

Prelude from the Te Deum by Charpentier, via Wikimedia Commons

Goed, dan kunnen we nu verder. Om de 62e editie te vieren heb ik de befaamde Lady Geek Songfestivalbingo weer bijgewerkt met wéér extra items, zoals “cape”, “brandende piano” en “kerkklokken”. Klassiekers als “nepwoorden”, “windmachine” en “puntengevers rekken te lang” mogen natuurlijk ook niet ontbreken.

Download ‘m dus nu, print ‘m uit en speel met je vrienden: Songfestivalbingo 2017!

Tot slot nog even dit, het ultieme eerbetoon aan alle songfestivals én de bijbehorende clichés:

Mijn bijdrage aan het wetenschapsnieuws, april 2017

In het dagelijks leven werk ik als communicatieadviseur en persvoorlichter bij de Universiteit Utrecht. De perfecte baan voor een schrijvende nerd als ik, want ik ben elke dag bezig met interessante verhalen over (bèta)wetenschap. Voor wie nieuwsgierig is naar wat ik zoal schrijf (en wat Utrechtse wetenschappers zoal uitvoeren): deze berichten heb ik in april 2017 de wereld in gestuurd.

Grote hoeveelheden drijvend plasticafval uit Europa en VS in Noordelijke IJszee (19 april 2017). Groot nieuws dat is gecoverd in o.a. Trouw, Volkskrant, NRC, NOS, BNR, Scientias,  Le Monde, Huffington Post, The Verge en The Atlantic.

Vliegenthart Scriptieprijs voor Roel van den Broek (1 april 2017). Hier hoorde ook nog een interview voor intern nieuws bij.

Bert Weckhuysen wint Tanabe Prize voor zuur-base-katalyse (21 april 2017)

Mijn bijdrage aan het wetenschapsnieuws, maart 2017

In het dagelijks leven werk ik als communicatieadviseur en persvoorlichter bij de Universiteit Utrecht. De perfecte baan voor een schrijvende nerd als ik, want ik ben elke dag bezig met interessante verhalen over (bèta)wetenschap. Voor wie nieuwsgierig is naar wat ik zoal schrijf (en wat Utrechtse wetenschappers zoal uitvoeren): deze berichten heb ik in maart 2017 de wereld in gestuurd.

“Van 99% van het plastic dat in de oceaan terechtkomt, weten we niet waar het blijft”: Erik van Sebille komt naar Universiteit Utrecht met ERC Starting Grant (17 maart 2017)

Bètawetenschappers Förster en Boxem vertellen over hun Vici-plannen (21 maart 2017)

1997 was ‘tipping point’ voor ijskappen aan de rand van Groenland: IJskappen smelten sneller door verzadiging sneeuwlaag met bevroren smeltwater (31 maart 2017)

Lessen ter voorbereiding op Pi Day

Pi Day

Ik hoop jullie volgend jaar een recept voor pi-appeltaart te kunnen geven, maar voor nu alvast de volgende lessen voor als je zelf aan de slag gaat:

  • Snijd in godsnaam die π uit je bladerdeeg terwijl het deeg nog bevroren is. Ontdooid bladerdeeg is onhandelbaar.
  • Sowieso is een π best wel lastig te tekenen.
  • Met een potlood op papier tekenen is vele malen makkelijker dan met een aardappelschilmesje op ontdooid bladerdeeg.
  • Twee appels is eigenlijk te weinig voor een fatsoenlijke taart.
  • Als je rozijnen in je appeltaart wil omdat je eigen te weinig appels hebt, maar geen rozijnen hebt, en dan dus denkt “ik vis ze wel even uit mijn muesli”: het uit muesli vissen van rozijnen kost meer tijd dan je denkt. Na een paar minuten heb je geen zin meer, en dan heb je nog niet eens een half handjevol.
  • Een half handjevol rozijnen is eigenlijk nét een sneue hoeveelheid.
  • Als je recept zegt dat je taart in 10-15 minuten klaar is, terwijl je pakje bladerdeeg zegt dat het zo’n 20-25 minuten zou moeten duren, dan spreekt je pakje bladerdeeg de waarheid.
  • Als je een blogstukje gaat typen omdat het zo lang duurt voordat je taart klaar is, vergeet dan niet zo nu en dan nog eens de oven te checken. (Hoewel de opluchting van een bijna-vergeten-maar-tóch-niet-verkoolde taart ook wel lekker is.)
  • Dubbelcheck even of je springvorm niet lekt, tenzij je het eigenlijk supercool vindt om op een late maandagavond je oven nog even te schrobben terwijl je je eigenlijk had voorgenomen om op tijd naar bed te gaan.
  • De esprit de l’escalier van het bakken: zodra je taart uit de oven komt, bedenk je je pas dat “π” eigenlijk nog een veel leuker opschrift was geweest.

Pi Day