Tellegen meets Hofstadter in het Debat tussen Vogel en Vis

In een stijl die doet denken aan iets tussen Toon Tellegen en Douglas Hofstadter, schreef een Soemerische schrijver ruim 4000 jaar geleden een fictief Debat tussen Vogel en Vis. Een fragment uit de Engelse vertaling van het originele spijkerschrift-op-kleitablet:

Fish addressed Bird murderously: “Forever gobbling away greedily, while your heart is dripping with evil! Standing on the plain you can keep pecking away until they chase you off!”

Bird: “You are bereft of hips, as also of arms, hands and feet – try bending your neck to your feet! Your smell is awful; you make people throw-up; they sneer at you!”

Of nou ja, debat… Vis en Vogel zijn elkaar vooral aan het dissen, met de strekking: jij bent stom want [A], ik ben beter want [B], ad infinitum. Aan de ene kant zou ik het eerder een ruzie noemen dan een debat, aan de andere kant is de politiek juist ook wel weer flink in regressie richting dat niveau. (Overigens roept de koning Vogel uit tot winnaar, omdat die wat representatiever is in tempels, bij banketten en in het paleis.)

In dezelfde serie zijn er ook debatten tussen o.a. Vee en Graan, Zomer en Winter en tussen Boom en Riet. Ik stel me zo voor dat dit zo rond het jaar 2500 voor Christus net zo’n hitserie was als nu Game of Thrones, waar iedereen steeds vol spanning wacht op het nieuwe kleitablet. (O jongens, wat een teaser! Ik denk echt dat Boom gaat winnen, want die heeft mooie groene blaadjes! Nee man, Riet gaat winnen, daar kan je een dak van bouwen! #teamboom! #teamriet!)

Hoe lang duurt het voordat alle filmtitels met één woord op zijn?

Toen de Meneer en ik dit weekend in de bioscoop zaten te wachten op Hail, Caesar! en de filmposters om ons heen bekeken, viel het ons op dat er wel erg veel films zijn met één woord (soms plus lidwoord) als titel. Een paar recente/actuele voorbeelden: Creed, Legend, Spotlight, Storm, The Boy, The Witch, The Revenant, The Choice, The Lobster, Room, Youth, Prejudice, Goosebumps, Sisters, Risen, Race, Moonwalkers, Suffragette, Keeper, Life, Frozen, en ga zo maar door.

(Terzijde: misschien haakt dat aan bij de trend van restaurants, koffietentjes en (eet)cafés om dat ook te doen? Vooral Nederlandse woorden van één lettergreep lijken in te zijn: Kloek, Sla, Deeg, Raak, Blij, Puur, Hooi, Broei en dat is alleen nog maar een korte selectie van Utrechtse horeca.)

Wij vroegen ons dus af: gaan al die woorden niet een keer op? Lees verder

Het jaar in vier woorden

Wat hebben privacy, selfie, geek en de participatiesamenleving met elkaar gemeen? Al deze woorden zijn door verschillende gremia uitgeroepen tot woord van het jaar 2013. Privacy volgens dictionary.com, geek volgens Collins online dictionary, selfie volgens Van Dale en participatiesamenleving volgens Onze Taal (en – saillant detail – ook tot vaagste woord van 2013).

Interessant hieraan is dat drie van de vier woorden te maken hebben met technologie. Een selfie wordt gewoonlijk met een smartphone genomen (geldt overigens niet voor de selfie avant la lettre). Met privacy bedoelen we tegenwoordig over het algemeen onze online privacy: de zoekopdrachten waarvan we niet willen dat Google die doorverkoopt aan adverteerders, de mails die we liever niet delen met onze werkgevers of familie, de cables die internationale diplomatenruzies veroorzaken en de onbetaald verkregen films en tv-series waarvan we liever niet uitspreken hoe we eraan gekomen zijn.

En natuurlijk mijn favoriete woord: de geek. Niet in het minst omdat ik er zelf een ben, maar ook omdat het vanuit taalkundig oogpunt een interessant woord is: oorspronkelijk (als het Oudengelse geck) gebruikt voor circusfreaks, vervolgens geëvolueerd naar benaming voor mensen die veel met computers doen, en inmiddels, net als zijn bijna-synoniem nerd, weer een nieuwe betekenisverandering aan het ondergaan. De nerd is niet meer een ‘simple-minded and laughable person’ (en de Zweedse nerd wil dus ook niet zo aangeduid worden in het woordenboek). De nerd is cool, de nerd is hip, de nerd is gewoon een intelligent persoon die zich vol overgave stort in interessante dingen. De nerd is salonfähig geworden, aldus de Volkskrant.

Over de waarde van ‘saai’ onderzoek

Het zou me verbazen als je het Groot Nationaal Taalonderzoek niet langs hebt zien komen de laatste tijd. Het was prominent aanwezig op diverse sociale media de laatste tijd: eerst het onderzoek zelf, toen de resultaten. Marc van Oostendorp, alias @fonolog, schreef een stuk voor Onze Taal waarin hij de zin van het onderzoek in twijfel trekt. Zijn belangrijkste punt daarbij is dat we al die dingen toch eigen al lang wisten:

Het is alleen jammer dat uit die dataverzameling helemaal niets naar voren komt wat ook maar een beetje interessant is, of nieuw, of verrassend, en wat taalkundigen met hun vermaledijde ‘intuïties’ niet allang wisten. Het zijn vooral veel, enorm wetenschappelijke data die ons uiteindelijk niets leren over taal.

Dat is nogal een kwalijke mening. Als je een intuïtie hebt, mag ik toch zeker hopen dat je eerst een degelijk onderzoek uitvoert voordat je je ideeën presenteert als waarheid. Natuurlijk ligt dat bij taalkunde net even iets anders dan bij een meer theoretisch vakgebied als wiskunde, waarbij je redeneert op basis van stellingen en axioma’s. Taalkunde gaat over de mens en het menselijke begrip van taal en is daarom per definitie min of meer subjectief.

Maar dat betekent niet dat bijvoorbeeld de makers van ‘een modern woordenboek als Van Dale’ altijd maar de waarheid in petto hebben. Het is een kwalijke zaak als onderzoekers denken dat het niet nodig is om hun eigen intuïties, of die van woordenboekmakers, te checken door middel van onderzoek. Als we allemaal gewoon maar op onze intuïtie zouden vertrouwen, hadden we nog steeds met z’n allen gedacht dat we niet van deur hoefden te wisselen om een auto te winnen.

Deze passage van Van Oostendorp baart me nog het meeste zorgen:

Sommige onderzoekers hebben een fascinatie voor ‘wetenschappelijke gegevens’. Vooral in de psychologie viert die fascinatie hoogtij. Een gegeven kan nog zo voor de hand liggend zijn, en oppervlakkig, en saai – als het v‘wetenschappelijk’ verkregen is, wordt het ineens heel opwindend. Niemand hoeft zich meer af te vragen of we ook iets leren.

Ik mag toch hopen dat álle onderzoekers een fascinatie hebben voor ‘wetenschappelijke gegevens’. Ook resultaten die saai zijn, zijn wetenschap. Juist een onderzoek dat bevestigt wat we al vermoedden, voegt iets toe: zekerheid, en een basis voor verder onderzoek. Want het voortbouwen op ongetoetste vermoedens vormt de basis van een wankel kaartenhuis, en dat wens ik de taalkunde niet toe.

Disclaimer: dit is mijn particuliere mening. Ik verdedig het Groot Nationaal Taalonderzoek niet omdat het gefinancierd is door mijn werkgever, maar ik heb nou eenmaal een paar stokpaardjes. Van een aantal daarvan (kuch) was ik me al langer bewust, maar vandaag mag ik blijkbaar grondig wetenschappelijk onderzoek ook aan dat lijstje toevoegen.

Extra disclaimer, gewoon voor de zekerheid: als NWO-medewerker ben ik sowieso objectief over de onderzoeksvoorstellen die bij ons binnen komen, per definitie: de voorstellen worden beoordeeld door externe referenten. Mijn mening/’smaak’ over verschillende soorten onderzoek heeft dus geen enkele relevantie voor mijn werk als NWO-medewerker, en andersom ook.

Vaticaans Latijn voor beginners

Zoals je misschien wel weet, stelt het Vaticaan zijn belangrijke documenten altijd op in het Latijn. Aangezien die documenten soms over wat mondialere zaken gaan dan het hemelse, moet er voor allerlei moderne woorden een Latijnse vertaling bedacht worden. Daarom bestaat er een flink woordenboek vol met Latijnse termen voor moderne verschijnselen, zoals spatiale vehiculum reciprocum (spaceshuttle) en tempus maximae frequentiae (spitsuur).

De leukste vondsten uit het Vaticaans woordenboek zijn opgenomen in het Vaticaans woordenboekje. En dat is leuk, want quidquid latine dictum sit, altum videtur: alles wat in het Latijn gezegd wordt, klinkt diepzinnig. Zeg nou zelf, je hoort toch liever “braccae tuae aperiuntur” dan “je gulp staat open”? Eerlijk is eerlijk, die zin komt niet uit het Vaticaans woordenboekje, en logisch ook: de Paus heeft natuurlijk altijd een jurk aan. Of zou hij in zijn vrije tijd soms ook een bracae linteae caeruleae (spijkerbroek) dragen?

Goed, ik check nog even mijn pagina publica breviloquentis (Twitter) en dan richting de keuken, want die pasta vermiculata lycopersici liquamine condita (spaghetti met tomatensaus) kookt tenslotte zichzelf niet. Nu maar hopen dat mijn lief de escariorum lavator (vaatwasser) al uitgeruimd heeft.

Development-tip van de dag: Cupcake Ipsum

Omdat Lorem Ipsum toch een beetje oudbakken begint te raken: Cupcake Ipsum.

Cupcake ipsum dolor sit amet chocolate bar gingerbread. Jelly beans cheesecake carrot cake apple pie. I love jelly I love ice cream wafer. Pie cotton candy chocolate chocolate cake. Gummies icing cake chupa chups marshmallow lemon drops. Liquorice wafer bear claw cupcake chocolate bar marzipan. Carrot cake tiramisu pie biscuit halvah sesame snaps. I love jelly-o donut.

Jelly muffin I love oat cake cake jujubes lollipop. Wafer cheesecake lollipop I love jelly-o I love wafer croissant gummi bears. Jujubes caramels wafer. Dessert marzipan I love sweet soufflé. Chupa chups chocolate bar bonbon applicake brownie jelly beans I love. Wafer soufflé gingerbread cake bonbon. Cupcake chocolate cake soufflé. Marshmallow jelly beans faworki muffin I love sweet roll chocolate macaroon sweet. Jelly brownie cupcake. Danish tart marshmallow sweet roll jujubes gummies soufflé gingerbread.

Tip van de dag: ᐃᓄᒃᑎᑑᓲᖑᔪᖓ

ᐃᓄᒃᑎᑑᓲᖑᔪᖓ, oftewel inuktituusuungujunga. Ik spreek Inuktitut, betekent dat. Niet dat ik Inuktitut spreek, maar ik weet nu hoe je dat moet schrijven en zeggen (theoretisch gezien dan). En dat is precies het doel van de gratis cursus. Want als je als Oost-Canadese Inuit-taal je native speakers verliest (nog maar 35.000!), moet je je sprekers gewoon ergens anders vandaan halen.

Anti-tip van de dag: autocorrectiecode

Als ik autocorrectie probeer in te typen op mijn iPhone, corrigeert die het woord naar autocorrectiecode. Maar wat is een autocorrectiecode eigenlijk? De 77 Google-resultaten verwijzen grotendeels naar mensen die hetzelfde probleem hebben als ik: die vervelende autocorrect die zichzelf corrigeert. Dat de iPhone-autocorrect af en toe heel vervelend is, wisten we natuurlijk al lang. (Een collega van me postte laatst iets over wilde dildo’s toen ze eigenlijk dingo’s bedoelde.)

Maar wat vooral leuk is aan het woord ‘autocorrectiecode’, is dat het terugslaat op zichzelf: het is zelf een ge-autocorrect woord! Net als ‘kort’ (is zelf ook een kort woord), ‘woord’ (is zelf ook een woord), ‘vet‘, ‘wit‘, ‘afk.’, ‘spelfaut’… Je snapt het idee. Een zelfvervuller, heet dat. Is ‘zelfvervuller’ eigenlijk ook een zelfvervuller? Hoe meer ik daarover nadenk, hoe meer het voelt alsof mijn hoofd ontploft.

Leestip van de dag: als Steven Pinker de baas was

Als psycholoog/taalkundige/grappige man Steven Pinker de baas van de wereld was

My first edict as global overlord would be to impose the following rule on pundits: No one may bemoan a decay, decline, or degeneration without providing (1) a measure of the way the world is today; (2) a measure of the way the world was at some point in the past; (3) a demonstration that (1) is worse than (2).

Spoiler: iedereen die iets te zeuren heeft over de jeugd van tegenwoordig, vergeet dat hij in zijn eigen jeugd óók vervloekt werd door de generatie voor hem. En dat geldt voor heel veel meer dingen. Zeurpieten van tegenwoordig, houdt uw mond!