Wat hebben privacy, selfie, geek en de participatiesamenleving met elkaar gemeen? Al deze woorden zijn door verschillende gremia uitgeroepen tot woord van het jaar 2013. Privacy volgens dictionary.com, geek volgens Collins online dictionary, selfie volgens Van Dale en participatiesamenleving volgens Onze Taal (en – saillant detail – ook tot vaagste woord van 2013).
Interessant hieraan is dat drie van de vier woorden te maken hebben met technologie. Een selfie wordt gewoonlijk met een smartphone genomen (geldt overigens niet voor de selfie avant la lettre). Met privacy bedoelen we tegenwoordig over het algemeen onze online privacy: de zoekopdrachten waarvan we niet willen dat Google die doorverkoopt aan adverteerders, de mails die we liever niet delen met onze werkgevers of familie, de cables die internationale diplomatenruzies veroorzaken en de onbetaald verkregen films en tv-series waarvan we liever niet uitspreken hoe we eraan gekomen zijn.
En natuurlijk mijn favoriete woord: de geek. Niet in het minst omdat ik er zelf een ben, maar ook omdat het vanuit taalkundig oogpunt een interessant woord is: oorspronkelijk (als het Oudengelse geck) gebruikt voor circusfreaks, vervolgens geëvolueerd naar benaming voor mensen die veel met computers doen, en inmiddels, net als zijn bijna-synoniem nerd, weer een nieuwe betekenisverandering aan het ondergaan. De nerd is niet meer een ‘simple-minded and laughable person’ (en de Zweedse nerd wil dus ook niet zo aangeduid worden in het woordenboek). De nerd is cool, de nerd is hip, de nerd is gewoon een intelligent persoon die zich vol overgave stort in interessante dingen. De nerd is salonfähig geworden, aldus de Volkskrant.