Alan Turing, grondlegger van de moderne informatica, ontwikkelde een machine die de Tweede Wereldoorlog aanzienlijk verkortte door Duitse codes te kunnen breken, en verloor vervolgens nog geen tien jaar na de oorlog het leven, waarschijnlijk door zelfmoord, nadat hij veroordeeld was tot hormoontherapie omdat hij op mannen viel.
Maar eigenlijk hoef ik je dat niet meer te vertellen. Er is immers een flinke kans dat je The Imitation Game al gezien hebt, of een van de vele artikelen en uitzendingen over Turing die rondom de film zijn verschenen. En ja, als je dus een film hebt met Benedict Cumberbatch, Keira Knightley, Tywin Lannister en Downton-ex-chauffeur Tom Branson, dan komen er wel mensen kijken.
En dat is tof. Turing is te lang onbekend gebleven voor veel mensen. Als wetenschapper werd hij al wel erkend: sinds 1966 wordt er jaarlijks een Turing Award uitgereikt (die overigens pas in 2006 voor het eerst aan een vrouw is uitgereikt, maar dat is weer een heel andere discussie). Maar buiten de wetenschap viel dat tegen. Pas lang na zijn dood mocht er gesproken worden over zijn werk tijdens de oorlog. In 2009 bood Gordon Brown zijn excuses aan voor zijn veroordeling voor ‘homosexual indecency’ en 2013 verleende Koningin Elisabeth hem postuum gratie. (Beetje zuur dat alle andere ongelukkige veroordeelde homo’s geen pardon kregen – in Engeland is homoseksualiteit officieel pas sinds 1967 legaal – maar ook dat is weer een heel andere discussie.)
Maar. Echter. The Imitation Game is niet probleemloos. Zoals in veel verschillende bronnen te lezen is, is de film verre van waarheidsgetrouw. En ja, ook ik heb tijdens het kijken nét iets te vaak met mijn ogen gerold. Die hele codebreek-operatie was een stuk minder spectaculair dan de film doet vermoeden (want ja, wetenschap ziet er nou eenmaal niet zo spectaculair uit). Turing zelf was in het echt een stuk minder tragisch: hij was lang niet zo autistisch, had een excellent gevoel voor humor, was niet zo geobsedeerd met zijn jeugdliefde, gaf zijn computer geen koosnaampje en kwijnde niet weg tegen het einde van zijn leven.
Afgaande op een grondige vergelijking tussen The Imitation Game en de twintig jaar oude film Breaking the Code (overigens bonuspunten voor de formulering ‘Commander Denniston, awesomely played in full Tywin Lannister Mode by Charles Dance’, want die gedachte had ik ook al) kan je beter Breaking the Code kijken. Ik snap niet zo goed hoe en waarom (en of het legaal is), maar Breaking the Code staat in zijn geheel op YouTube:
Dus ja, ook al is The Imitation Game verre van perfect, ik ben toch blij dat de film bestaat en zo succesvol is. Het is goed dat meer mensen weten van het bestaan van Alan Turing, en ik hoop dat mensen verder kijken dan de film lang is. Mede daarom heb ik deze blogpost gelardeerd met een bovengemiddelde hoeveelheid links.
In al deze filmdrukte is het makkelijk om te vergeten dat Turing vooral wetenschapper was. Het feit dat ik dit stuk heb getypt en jij dit nu kunt lezen, is mede mogelijk gemaakt door deze man. Als je één ding onthoudt, laat dat het dan zijn. De film inspireerde mij in ieder geval om eens wat wetenschappelijke artikelen van Turing door te nemen. Ik was vooral gecharmeerd van het artikel waar de titel van de film uit komt.
I propose to consider the question, “Can machines think?” This should begin with definitions of the meaning of the terms “machine” and “think.”
– A. M. Turing (1950) Computing Machinery and Intelligence. Mind 49: 433-460.
Dit is het soort redeneringen waar ik van hou! Je kunt tenslotte een vraag niet beantwoorden voordat je het eens bent over de exacte definitie van de onderdelen ervan. Goed. Ik ga weer verder lezen. Doe je mee?
Gegeven de wijze waarop een Turing test zou er geen bias moeten zijn in het toekennen aan mannen of vrouwen op basis van het man of vrouw zijn ;-)
Ha, mee eens! Helaas is de werkelijkheid weerbarstig.