News flash! Hackers zijn eigenlijk ook gewoon maar mensen: je hebt good guys, je hebt bad guys, en je hebt een heel groot grijs gebied daartussen. Want wat doe je als je een veiligheidslek ontdekt? Op internet bekendmaken? Aan een regering verkopen, zodat die ‘m kunnen inzetten als defensiewapen, maar misschien in een oorlog waar je niet achter staat? Aan de fabrikant van de software, zodat ze het lek kunnen dichten, maar misschien te langzaam of onhandig? Aan een bedrijf? Aan mede-hackers? Wat als de bad guys je honderd keer zo veel geld bieden als de good guys?
‘This is the community of people who would very willingly research nuclear fission, knowing that they’re going to produce the nuclear bomb, because they know that fission is cool for totally other reasons.’
Interessant kijkvoer, deze Tegenlicht-documentaire over de ethiek van hacken. Leuk ook om niet alleen van hackers te horen wat ze hierover denken, maar ook o.a. cybersecurity-bedrijven en zelfs een legermeneer van cyberdefensie.
Als je trouwens nog dacht dat hacken alleen maar vervelend is voor je computer, dan ben je nog niet bekend met Stuxnet, een virus met ‘the ability to turn up the pressure inside nuclear reactors or switch off oil pipelines, and [to] tell the system operators everything is normal.’ Ik weet niet hoor, maar ik word daar best een beetje nerveus van. Best wel belangrijk dus, computerveiligheid.
Zero Days: veiligheidslekken te koop (VPRO Tegenlicht, 12 oktober 2014)
Inderdaad, de meeste hackers zijn een beetje van allebei. Dat is het enige juiste antwoord.
Hackers en aanverwanten zijn naar het schijnt in meerderheid puberjongens, en hun leeftijd speelt mee, niet in hun behoorlijk hoge intelligentie, maar in hun kijk op de wereld. En ook de mensen uit de wereld die ouder zijn, houden er vaak een simplistisch wereldbeeld op na. Hetzelfde 4chan dat het opnam tegen Scientology en al die coole ‘memes’ bedacht, hackt naaktfoto’s van beroemdheden en bedreigt Emma Watson omdat ze het voor vrouwenrechten opneemt. (Daar zou ik jou nu wel eens over willen horen: vind je de rickroll of de Brony’s nog steeds leuk?)
Het probleem zit vooral in de macht die een hacker heeft. Als hacker heb je al gauw het gevoel dat je samen ‘meester van het heelal’ bent: je voelt je slimmer dan iedereen, omdat zelfs de belangrijkste systemen te kraken zijn. En zoals bekend kunnen de meeste mensen niet goed omgaan met te veel macht. Ze worden er arrogant van en laten zich door de moraal van anderen niets zeggen. “Ik maak zelf wel uit wat ik goed vind! En wee als je er een andere mening op nahoudt: ik kan je genadeloos raken!” En wij niet-hackers (een exclusief ‘wij’; jij moet je waarschijnlijk niet aangesproken voelen) weten dat ze gelijk hebben. In zo’n geval kan ik me ook goed voorstellen dat een hacker die met de ‘slechten’ in zee gaat, daar geen problemen mee heeft, omdat hij denkt dat hij toch de zaak zelf in de hand heeft en als het echt nodig is ook de goeien wel kan helpen. (Bovendien: als de ‘goeien’, ik noem maar wat, de regering zijn, die net een maatregel hebben genomen die jou niet zint, dan pak je ze ook graag terug door de andere kant te helpen.)
Enige oplossing zou dus zijn: van te voren afdichten en hackers de gelegenheid niet geven. Leuke theorie, maar ja, de praktijk is anders, dat weet ik ook wel.
PS: Gelieve mij niet te hacken.
Pingback: Why nerd culture must die | Lady Geek