Computer bedenkt verkleedkostuums

Ik heb een bekentenis te doen: ik hou van verkleedfeestjes. Maar echt, ik HOU ervan. ZO VEEL. Dus als een of andere weirdo het idee krijgt om een neuraal netwerk te trainen om nieuwe verkleedkostuums te verzinnen, denk ik vooral: OMG, waarom heb ik dat niet eerder bedacht? Zoveel ideeën!

Op basis van 4500 kostuums als trainingsdata (sexy cat, witch, Voldemort etc.) genereerde het neurale netwerk in eerste instantie onbegrijpelijke ideeën (Sexy Purbie Lampire?) maar na een tijdje trainen werden de suggesties steeds beter: disco monster! Robot werewolf! The shark knight! Mario lander! Pumpkin picard!

Maar je neurale netwerk poept alleen maar uit wat je erin gooit, en legt daarmee meteen z’n vinger op de zere plek van clichékostuums:

Sexy Scare
Sexy the Pumpkin
Saxy Pumpkins
Sexy the Pirate
Sexy Pumpkin Pirate
Sexy Lamp

Toch denk ik dat mijn volgende verkleedfeestje het thema ‘zelfverzonnen woorden door dit neurale netwerk’ gaat zijn, want van dit lijstje moet ik nog het allerhardst lachen:

A barban
The Gumbkin
Scorbs Monster
The Barboon
Flatue doctor
Sparrow Plapper
Grankenstein
The Spongebog

Bron: A neural network designs Halloween costumes – AI Weirdness

Je bent wat je draagt, letterlijk

“Je bent wat je draagt” tot in het extreme doorgevoerd, dat is de Data_Dress van Coded Couture. De Google Awareness-app verzamelt data en verzint een jurk voor je, op basis van onder andere je uitgaansgewoontes – ben je meer een restaurantganger, een clubber of zit je vaker in een bruine kroeg? – en in wat voor klimaat je woont. Die jurk reflecteert dus wie je bent. Een letterlijke interpretatie van “wearing your heart on your sleeve”, als het ware.

Op het eerste gezicht: ja, een toffe en creatieve manier om mode en tech te combineren.

Maar laten we wel wezen: in een tijdperk dat steeds meer mensen zich bewust zijn van privacy en dataveiligheid is dit een geniale poging van Google om het verzamelen van persoonlijke data niet alleen weer gewenst te maken, maar zelfs sexy. Want ja, als je een op maat ontworpen jurk kunt krijgen, dan mag die app toch alles van je weten?

Spelen met stereogrammen

O, de nostalgie! Ik was zo’n fan van stereogrammen in de jaren 90 dat ik zelfs een detectiveboek had waarin de aanwijzingen in stereogrammen verstopt zaten. In de jaren 90 was het een grote hype, maar het idee van stereogrammen stamt al uit de jaren 60, en het achterliggende principe werd in de Tweede Wereldoorlog al gebruikt om meer informatie uit luchtfoto’s te halen.

Zelf maken? Dat kan dus gewoon, en nogal makkelijk! MagicEye.js is een JavaScript library waarmee je zelf stereogrammen kan maken, en heeft zelfs allerlei supermakkelijke tooltjes waarmee je gewoon in je browser stereogrammen kan maken die je live in je browser tekent, of op basis van tekst of depth maps. Deel je mooiste creatie of je favoriete stereogram in de comments!

stereogram is awesome

(Klik voor groter)

Managers, jullie banen worden overgenomen door computers

Deliveroo in 1915. (Nee, OK, eigenlijk de New Yorkse fietspolitie.)

Deliveroo in 1915. (Nee, OK, eigenlijk de New Yorkse fietspolitie.)

Als je als manager denkt dat je baan wel veilig is in de robot-revolutie: think again. Natuurlijk zijn er al allerlei bedrijven waar managers gewoon verdwijnen, zie bijvoorbeeld de Tegenlicht-aflevering ‘Het einde van de manager’. Maar al die Uber-chauffeurs en al die Deliveroo-fietskoeriers, die hebben eigenlijk een app als manager: Lees verder

Hoe krijg je meer vrouwen in je informatica-opleiding?

Het bewijs dat het kan lukken als je écht je best doet: Harvey Mudd College slaagde erin om meer vrouwen informatica te laten studeren. En niet een béétje meer, een paar procentpunt winst op die gemiddelde 10% vrouwelijke informaticastudenten, maar véél meer: dit jaar is de meerderheid van de Harvey Mudd-informaticastudenten vrouw. Nog geen tien jaar geleden zat dat percentage ook rond de 10%, dus zo’n verandering is mogelijk, en snel ook.

In minder dan tien jaar steeg het aandeel vrouwelijke informaticastudenten van 10% naar 55%.

In minder dan tien jaar steeg het aandeel vrouwelijke informaticastudenten van 10% naar 55%.

OK, maar hoe doe je dat, en wat kunnen wij ervan leren?

The school emphasizes teaching over research, hiring and rewarding professors on the basis of their classroom performance, says Maria Klawe, Harvey Mudd’s president since 2006. And it places women in leadership positions throughout the school. Next year, six of the school’s seven department chairs, and 38% of its professors school-wide, will be women.

En wat misschien nog wel meer geholpen heeft: een verplicht programmeervak voor alle eerstejaars studenten, maar dan wel zonder enige benodigde voorkennis.

As a result of the changes, women who take the introductory course are more likely to leave with a positive impression of programming, and often sign up for the second class in the sequence. Many go on to internships or research projects in the field after their first year, and by then, they’re hooked.

Het helpt natuurlijk dat je in het Amerikaanse onderwijssysteem pas in de loop van je studie een major hoeft te kiezen, en dat je dus prima kan beginnen met een programmeervakje hier en daar voordat je beslissingen neemt over je hele studietijd. Dat maakt de keuze sowieso makkelijker dan in Nederland, waar je op je zeventiende al moet beslissen waar je de komende vier à vijf jaar – zo niet de rest van je leven – aan gaat besteden.

Meer lezen? Harvey Mudd College took on gender bias and now more than half its computer-science majors are women (Quartz, 22 augustus 2016)

Nog meer lezen? Super Mario Sisters? At USC, women now outnumber men in video game design graduate program (Los Angeles Times, 21 januari 2016)

El Paquete: internet via sneakernet in Cuba

Sneakernet is een term die vaak spottend wordt gebruikt: ha, die wifi is zo langzaam dat je je software beter via sneakernet kan krijgen – bij iemand anders een fysiek kopietje draaien en naar huis lopen.

Ik had me nog niet gerealiseerd dat sneakernet ook echt een heel reëel doel kan dienen: Cuba. Ik was vorig jaar in Cuba en ik heb nu al een beetje heimwee. Maar onder alle prachtige vergane glorie en vriendelijke mensen en tropische stranden en rum die vloeit als water, is Cuba ook een straatarm land waar de regering zelf het journaal regisseert en waar alle 11 miljoen bewoners samen één breedbandverbinding delen.

Ja echt, je houdt het niet voor mogelijk in 2016, maar het is waar: internet is feitelijk nonexistent in Cuba. Intranet, dat hebben ze wel: een eigen stukje web, uiteraard geregisseerd door de regering. Objectief nieuws van buiten is er sowieso niet. De twee kranten die je in Cuba kunt kopen zijn met elkaar in een compleet fictieve concurrentie verwikkeld, want worden allebei gevuld door, jawel, de regering. Het leven in Cuba is zwaar, en ondanks de hoge kosten en risico’s proberen er jaarlijks nog steeds tienduizenden Cubanen via vooral illegale routes naar Amerika te ontsnappen.

Daarom is El Paquete des te fantastischer: een wekelijkse abonnementsdienst van 1 terabyte nieuws, films, series, software en andere random shit van het internet. En dat ook nog betaalbaar met een Cubaans salaris. De baas, een jongen van 26, verdient er geen fluit mee (omgerekend zo’n 25 euro per maand, een gemiddeld Cubaans maandsalaris), maar ondertussen verleent hij een dienst van onschatbare waarde: een blik op de buitenwereld. Vox ging bij hem op bezoek.

Stiekem maak ik me nu wel een beetje zorgen dat de Cubaanse regering achter Dany Paquete aan gaat nu hij zo openlijk in een mini-docu is verschenen, maar volgens La Red Cubana is dit een mooi gevalletje gedoogbeleid:

The Cuban government clearly tolerates el paquete. Even if officials are not being paid off, it satisfies many consumers, making them less likely to press for open Internet access. Had he been writing today, Karl Marx would have said “el paquete is the opium of the masses.”

Tinder surprise

Rationaliseren we liefde te veel door met dating-apps en -websites de perfect passende partner te zoeken? Is de volgende stap dat je je ideale partner zelf kan maken of verzinnen?

Tegenlicht heeft weer een mooie documentaire afgeleverd: Tinder love. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, gaat de documentaire lang niet alleen over Tinder en andere dating-apps, maar meer in het algemeen over de toekomst van daten, liefde en seks. Want wat komt er eigenlijk na dating-apps? Meer richting de toekomst: kunstmatige intelligentie (zelfs de Turingtest komt nog langs, hoera!), virtual reality-porno, seksbots en zo verder.

Toevallig had ik nog een half blogstukje over seksbots in de planning staan, naar aanleiding van een interessant stuk in The Telegraph, waarin wordt gesteld dat het best wel creepy is als je ex een perfect gelijkende seksbot van jou heeft. Ja, OK, maar als je echt zo’n gekke geobsedeerde ex hebt, dan had hij of zij zonder seksbots waarschijnlijk een kamertje behangen met je foto’s, en is dat nou echt zoveel minder creepy? Dat vraag ik me af.

Om het gespeculeer nog eens verder door te voeren: stel nou dat robots de ideale sekspartner worden, willen we het dan uiteindelijk liever doen met robots dan met mensen? En doen we alleen nog functioneel aan mensenseks, in het kader van voortplanting? Of wacht eens even… Als je leuke kinderen wil, dan neem je gewoon virtuele kinderen. En dát is dus hoe machines de wereld gaan overnemen.

Zo ver gaat het niet in Tinder love. Maar toch wel vrij ver, met dingen die nu al gebeuren, en het is fascinerend (en nsfw) om dat te zien. Vooral kijken dus: Tinder love (VPRO Tegenlicht, 46 minuten).

“It’s prehistoric! It really is. It’s an old dinosaur.”

Oh, dit is weer een juweeltje van het internet. Tieners krijgen een computer uit 1995 voor hun neus en mogen er een beetje mee spelen. Genieten! Windows 95, heb je daar wel eens van gehoord? “I’ve never used it. I’ve heard of it. […] As a joke.” “Okay, so is this the first computer ever made?”

Kijk even mee en voel je oud:

Het aanzetten is al lastig. “Take your time there. […] You mean you go boot up and then you have your snack?” En wat gebeurt er als je Internet Explorer opstart? Niks. Want natuurlijk is de dial-up niet aangesloten. “How can you get on the internet if there’s no wifi?!”

De tieners vinden het een bizar idee dat er een leven was voor de GUI. “If you’re on your iPad, and you have to type a little code every time you want to switch apps or whatever… A lot less people would want to use them.” Zit wel wat in. En er zijn ook sprankjes hoop: “It looks almost exactly the same as, like, the Windows operating systems, like, nowadays, but just not as refined?”

En hoe zet je de computer ook alweer uit? “D’you have to physically turn it off?!”

Project Prep: de Awards

Afgelopen najaar schreef ik al iets over Project Prep, een boek over een meisje dat zelf een app in elkaar knutselt. Bij het boek hoort ook een website met programmeercursussen, én er was een wedstrijd voor meiden met een app-idee.

Die wedstrijd is inmiddels afgelopen, en een paar weken geleden werden de Project Prep Awards uitgereikt. Met een rode loper, “cocktails” en echte celebrities. En natuurlijk een videoverslag: zo gaaf om te zien, dit! (En inspirerend: als ik ooit een award win, zou ik zéker ook overwegen om een diadeem met katten-oortjes op te doen.)