Internet is niet vol, gewoon gezellig

Misschien heb je het al gehoord: alle IPv4-adressen zijn op. Is het internet nu vol?

Het is nogal dubbel. Aan de ene kant is het internet nog niet helemaal vol. De laatste vrije blokken IPv4 zijn twee weken geleden uitgedeeld aan providers, maar die providers hebben daarmee nog best een voorraadje van een paar maanden voor hun klanten. Maar de endgame is al wel begonnen. Om te begrijpen hoe die werkt, moet je eerst iets weten over hoe IP-adressen uitgedeeld worden. Er zijn vijf Regional Internet Registries die IP-adressen reserveren, globaal corresponderend met de vijf werelddelen, zoals je rechts op het plaatje ziet. Die reserveren blokken IP-adressen bij de centrale registratie en verdelen ze vervolgens zelf aan providers op hun werelddeel.

Wat zo’n ‘blok’ IP-adressen betekent, kun je goed zien in de illustratie links. (Je kunt het nog beter zien als je op het plaatje klikt.) Eén blokje staat voor ruim 16 miljoen IP-adressen. Dat lijkt heel veel, maar er zijn ook vreselijk veel apparaten die een IP-adres gebruiken: niet alleen computers, maar ook mobiele telefoons en modems bijvoorbeeld. En daar zijn er nogal veel van. In totaal zijn er bijna 4,3 miljard IPv4-adressen. Dat is dus minder dan één adres per persoon op aarde, en dat blijkt te weinig te zijn. De groene blokken in het plaatje staan voor de niet-gereserveerde adressen in 2006. Die groene blokken zijn inmiddels dus allemaal op. Kun je nagaan hoeveel het internet de afgelopen vijf jaar gegroeid is!

Toen IPv4 net bestond, is er redelijk kwistig gestrooid met adressen. Grote bedrijven zoals HP, Apple en Xerox hebben hele blokken gekocht voor eigen gebruik voordat er regels opgesteld werden over de verdeling van IP-adressen. In die regels staat ook dat op het moment dat er nog maar vijf blokken over zijn, die verdeeld worden over de vijf RIRs. Dat moment is nu dus aangebroken. Twee weken geleden waren er nog acht vrije blokken, waarvan APNIC, de Aziatische RIR, er drie reserveerde. Die vijf overgebleven blokken, dat is dus de endgame. Die zijn inmiddels verdeeld, dus nu zijn ze op.

Zoals gezegd betekent dat alleen dat alle IP-adressen gereserveerd zijn, nog niet uitgedeeld, en gaat het hele zaakje nog best een paar maanden mee. Maar zodra de gereserveerde adressen op zijn, ja, dan is IPv4 wel helemaal vol. Dat betekent niet dat het internet ophoudt met werken, alleen dat er geen nieuwe IP-adressen bij kunnen. Dan kunnen nieuwe apparaten dus niet meer verbinden met internet.

Op zich is dat geen probleem: de oplossing, IPv6, staat al sinds 1998 voor de deur! Waarom IPv6 de oplossing is, is eigenlijk heel simpel. Tegenover de 4,3 miljard IPv4-adressen staat het niet te bevatten aantal IPv6-adressen: een 3 met 38 nullen. Dat komt voorlopig dus wel goed. Wat wél een probleem is, is dat er bij providers van alles omgebouwd moet worden om ook IPv6-adressen te kunnen lezen en uitdelen. Dat is nog veel te weinig gebeurd. Op IPv6Ready kun je zien welke websites wel en niet een IPv6-adres hebben. Dat valt eigenlijk nogal tegen: van de 65 top-websites volgens Alexa is maar 13% IPv6-ready.

Ergens in de komende maanden moet er dus flink haast gemaakt worden. Anders krijg je een soort tweedeling van het internet: IPv4-apparaten kunnen immers niet communiceren met IPv6-apparaten, omdat ze niet dezelfde “taal” spreken. Dat betekent dat je een deel van het internet niet kan bekijken als je via een IPv4-modem of IPv4-provider verbonden bent. Op 8 juni gaat een aantal grote websites, zoals Google en Facebook, testen met IPv6. Als alles goed gaat, zullen ze de komende tijd waarschijnlijk op zowel IPv4 als IPv6 gaan draaien. Ben jij er klaar voor?

Mijn eerste boek

Uitnodiging voor mijn promotieVorige week ontmoette ik iemand wiens eerste boek in 2011 uitkomt. In eerste instantie was ik vooral jaloers. Mijn eigen boek-in-wording is al jaren in wording: een verhaal over twee onhandige mensen die zichzelf in een onhandige situatie terugvinden, een paar jaar geleden begonnen als gedachtenexperiment, langzamerhand verworden tot een serie overdenkingen en op een gegeven moment uitgegroeid tot een verhaal in mijn hoofd. Vanaf daar werd het eerst tastbaar als woorden op papier, maar het groeide zo snel en non-lineair dat ik het naar mijn computer verhuisde, en daar is het langzamerhand tot een echt boek-in-wording geworden. Maar die “in-wording” heb ik er nog niet af weten te krijgen. Iemand die daadwerkelijk een boek heeft geschreven en afgemaakt en gepubliceerd verdient dus wel mijn bewondering.

De avond na mijn ontmoeting met de schrijver haalde ik een kartonnen A4-envelop uit de brievenbus. Het retouradres was van een drukker uit Zutphen. In de envelop zat een dubbelgevouwen vel karton met mijn naam, een titel en een plaatje van robots erop, en een flink pak papier van ongeveer 230 kantjes. Toen realiseerde ik me dat mijn eerste boek ook in 2011 uitkomt. Het is weliswaar geen fictie en het zal niet door veel mensen gelezen worden, maar het is wel aan mijn brein ontsproten, geïnspireerd door de groten der aarde, waardig bevonden door zeven wijze mannen én het heeft een ISBN, wat ik – overigens tot mijn eigen verbazing – een van de indrukwekkendste bijkomstigheden vind.

Mijn eerste boek heeft zelfs een soort lancering. De pre-launch is op 7 februari. Dan krijg ik de eerste oplage, 150 stuks, van de drukker. De echte lancering, inclusief hapjes en drankjes, is op 9 maart. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik me voorafgaand aan de borrel live mag verdedigen tegenover een panel van de meest kritische recensenten die je je kunt voorstellen. Drie kwartier lang. Totdat het hora est en ik op ceremoniële wijze de ‘s’ van mijn ‘drs’ verlies.

Mijn eerste boek. Het is er gewoon al. Zonder dat ik door had dat het mijn eerste boek was. Op naar het tweede.

Tabouleh-plus

Vanavond improviseerde ik een soort tabouleh, maar dan anders. Ik heb helaas geen fotootje, maar heb het recept wel ongeveer onthouden. Voor twee personen.

Bereid 150-200g couscous zoals op de verpakking staat (maar wel met groentebouillon, dat is lekkerder) en laat afkoelen. Snijd ondertussen een aubergine in blokjes van ± 1 cm³ en bak in olijfolie. Snipper een rode ui, snijd 5 roma-tomaten in blokjes en gooi ze samen met de couscous, de gebakken aubergine en drie of vier eetlepels linzen uit blik in een bak. Voeg een copieuze hoeveelheid peterselie, een scheutje olijfolie, een scheutje citroensap, zout en peper toe en schep om. Serveer met falafel.

Lekkerrrr!

Veel blog

Een paar weken geleden heb ik Veelblog een doorstart gegeven. De Nederlandse variant op Failblog, maar dan zonder Fail, maar met Veel. Heel veel van alles. Hieronder alvast een voorproefje, een ware klassieker, van een groepje mensen dat veel te klagen heeft:

People are awesome

Het is alweer even geleden. Een echte inhoudelijke update is het niet, maar er zijn een paar fantastische filmpjes uit de categorie “People are awesome” die ik graag met jullie wil delen.

Het begon met het filmpje “People are awesome”:

Toen zag ik vanavond deze:

En deze:

En toen kon ik me niet inhouden om dat even met jullie te delen. Want mensen zijn awesome!