Radiostilte

Lieve lezers, de interessante stukjes laten nog even op zich wachten. Op dit moment ben ik schrijfsgewijs wat aan de drukke kant met het afmaken van mijn proefschrift. In de tussentijd kan ik jullie wellicht vermaken met diverse items uit mijn bookmarks en browsergeschiedenis, zoals mysterieuze gebeurtenissen in Rusland, dingen waar ik om moest lachen, leuke spelletjes, interessante artikelen, nieuwe goede muziek, en goed klinkende recepten. Enjoy! En tot snel!

Weetjes van de week, deel 2

Het is weer een lekker rommeltje van uiteenlopende onderwerpen deze week: twee achttiende-eeuwse componisten, een gemeen insect en een dwergplaneet.

Ondanks het feit dat hij twintig kinderen had, waarvan er tien hun kindertijd overleefden en waarvan er vijf min of meer bekende muzikanten werden, zijn er op dit moment geen afstammelingen van Johann Sebastian Bach meer over. De laatste was zijn achterkleindochter, Frau Carolina Augusta Wilhelmine Ritter, die in 1871 overleed. Zonde!

Tarantula Hawk

Het officiële insect van de Amerikaanse staat New Mexico is de tarantula hawk, een wesp van 5 cm lang die heel gemeen is. Hij steekt een levende tarantula (na de bullet ant de pijnlijkste insectensteek die er bestaat), waardoor die verlamd wordt, en legt daar vervolgens een een eitje in, zodat de nieuwgeboren wespenlarve de tarantula levend op kan eten. Zo naar! Ik zou persoonlijk een vriendelijker insect hebben gekozen als officieel staatsinsect, maar misschien wil New Mexico zich op een bepaalde manier profileren. Ik denk er het mijne van.

De première van de Messiah van Handel in 1742 was een benefietconcert voor Ierse gevangenen en zieken. Op de uitnodiging stond het verzoek of de dames misschien niet in hoepelrokken konden komen, zodat er des te meer bezoekers naar binnen konden. Now that’s smart thinking.

En nog even over Pluto: wist je dat de naam van de voormalige planeet is voorgesteld door een elfjarig schoolmeisje?

Dear Natural History Museum. You are missing planet Pluto.

Arme Pluto. Vroeger toen we klein waren was Pluto nog een planeet. Weliswaar een beetje een aparte planeet, met een bijzondere baan om de zon, maar wel een echte officiële planeet. Maar nu is het alleen maar een planetoïde, of dwergplaneet. Weet je wat een ander woord voor planetoïde is? “Mindere planeet.” Niet bepaald vleiend. Alsof je iemand een “minder persoon” noemt. Er is zelfs een zielig werkwoord vernoemd naar Pluto: iets plutoën (to pluto something) betekent dat je het degradeert of devalueert. Lekker dan. Als Pluto gevoelens had, zat hij al sinds 2006 in een uithoekje van ons zonnestelsel zachtjes te huilen.

In New Mexico en Illinois vonden ze het zo zielig voor Pluto dat ze bij wet (!) hebben geregeld dat het tóch een planeet is. Wel apart, maar blijkbaar kan dat zomaar. Het scheelt natuurlijk wel een hoop schoolboeken die je niet hoeft te veranderen. Om een lang verhaal kort te maken, niet iedereen is er tevreden mee dat Pluto opeens geen planeet meer is. Niet in het minst basisschoolkinderen. Die hebben zelfs hatemail gestuurd naar Neil deGrasse Tyson, de directeur van het Natural History Museum en het Hayden Planetarium. Een greep uit de brieven van kinderen uit groep drie en vier levert dit soort hartverscheurende pleidooien op:

“Do poeple live on Pluto? If there are poeple who live there they won’t exist. […] Some poeple like Pluto. If it doen’t exist then they don’t have a favorite planet.”

Maar ook zorgvuldig onderbouwde hatemail (als deze jongen geen wetenschapper wordt dan weet ik het ook niet meer):

“I took a poll of 11 people. […] I think it is a double planet and everyone one else thought it is a regular real planet that is very cold.”

En deze vond ik nog de leukste:

“We’re sorry about giving you mean letters saiing we love Pluto but not you. I’m very sorry. It’ll be okay.”

Eerste hulp bij openingskoren (deel 2)

Net als bij de Matthäus Passion leek het me leuk om ook voor het openingskoor van de Johannes Passion een walkthrough te schrijven. Nou ken ik de Johannes beduidend minder goed dan de Matthäus, maar goed, wie weet leer je toch weer iets nieuws! En bovendien heb je met dit flinke openingskoor van tien minuten (overigens bijna eenderde van de eerste helft van de Johannes Passion) je dagelijkse portie verantwoorde culturele zaken ook weer gehad.

0:52 Voordat het koor begint met zingen, heb je hier even tijd om te letten op de gelaagdheid van het orkest. Net als bij de Matthäus Passion heb je hier ook de cello’s en contrabas die de regelmatige basis leggen. Wat vooral opvalt is de blazers die lekkere dissonanten tegen elkaar in spelen. Au! En luister nu naar de violen, die een soort golfjes spelen in het midden. Heb je ze? Die drie partijen (de bassen, de blazers en de strijkers) symboliseren respectievelijk de vader (de stabiele basis), de zoon (je hoort ‘m lijden met z’n dissonanten) en de heilige geest (die zweeft er een beetje tussenin). Leuk!

1:47 Nu wordt het spannend…

1:58 Het koor roept uit: “Heer, heer, heer! Onze heerser! Wiens roem in alle landen heerlijk is!” Ik vind de homofone combinatie van ‘Herr’, ‘Herrscher’ en ‘herrlich’ zo leuk. Zou dat ook de heilige drie-eenheid symboliseren?

2:48 Hier begint een stukje fuga. Als je niet weet wat een fuga is, krijg je hier meteen een mooi voorbeeld. Een fuga is eigenlijk een soort canon. De bassen, dan de tenoren, dan de alten en tenslotte de sopranen zetten steeds een zelfde soort riedeltje in….

3:15 …maar uiteindelijk vinden de stemmen elkaar toch weer in unisono.

3:37 Hier begint weer zo’n zelfde soort fuga, behalve dat we hier bij de sopranen beginnen, en even later weer zoiets waar de alten als eerste inzetten.

4:09 “Heerlijk, heerlijk, heerlijk is!” Dit is net zo heerlijk om te zingen als om naar te luisteren.

4:55 Het koor zingt over de nederigheid van Jezus en uiteraard gebeurt dat laag en zachtjes. Zie hier Bach z’n symbolisme!

5:35 Die hoge noot van de sopranen, zo’n moeilijke inzet! Op mijn USKO-opname van dit stuk is die noot, ehm, minder florissant.

5:52 Weer hetzelfde trucje met die nederigheid, maar dan toch weer anders. Doet ‘ie toch goed, die Bach.

6:29 Een victorieuze afsluiting!

6:35 …oh. Dat dacht je maar. Da capo! Dit vind ik toch ergens een beetje jammer aan het openingskoor van de Johannes. Herhalingen vind ik sowieso vaak niet zo nodig. Maar dat is iets persoonlijks. Misschien heb je de eerste keer dingen gemist die je nu nog een keer kunt horen?

9:53 En wederom de victorieuze afsluiting! Maar nu echt!

Eerste hulp bij openingskoren (deel 1)

In de stijl van Eerste Hulp bij Plaatopnamen is hier mijn walkthrough van het openingskoor van de Matthäus Passion. De Johannes Passion volgt morgenochtend! Voor het echte Paasgevoel.

0:07 Ik vind de contrabas eigenlijk het allermooist van dit stuk. Die lage noten in zo’n regelmatige ritme, als een soort hartslag onder de klaagzang van de blazers en de violen.

0:29 Die contrabas met z’n loopje naar boven! Ik vind het geweldig.

1:21 Koor 1 begint met zingen: “Kom, dochters, help mij klagen.” Orkest 2, dat de instrumentale inleiding wel gewoon samen met orkest 1 speelde, zwijgt ook opeens. Koor 2 moet ook nog even wachten.

1:49 Ik vind het duet tussen de sopranen en de alten zo mooi klaaglijk, met die lange noten!

2:03 De dialoog tussen de beide koren begint. Koor 1: “Kijk daar!” Koor 2: “Wie?” Koor 1: “De bruidegom. Zie hem!” Koor 2: “Hoe?” Koor 1: “Als een lam.” Als je oordopjes of stereo speakers hebt, kun je horen dat koor 1 (plus orkest 1) op links zit en koor 2 (plus orkest 2) op rechts.

2:22 Alsof we nog niet door hadden dat we het hier hebben over het dramatische verhaal van onschuld en zonde, komt het jongetjeskoor nog even de onschuld representeren met hun hoge stemmetjes. “O onschuldig lam van God, aan het kruis geslacht.” (Nouja! Spoilers!)

3:18 Koor 1 en koor 2 praten weer tegen elkaar. “Kijk daar!” “Wat?” “Zie het geduld.” Ondertussen is het nog steeds koor 1 die vrijwel alles zingt; koor 2 heeft het niet zo snel door en blijft maar vragen wat er aan de hand is.

4:24 Nu wordt het orkest onrustig, en koor 2 eigenlijk ook een beetje. “Kijk!” “Waarheen? Waarheen? WAARHEEN?” “Naar onze schuld.” De jongetjes bevestigen Jezus’ rol in het verhaal: “Alle zonde heb jij gedragen.”

5:29 Koor 2 begint het eindelijk te snappen! Halleluja. In de opname kun je het niet zo goed horen, maar dit is het punt waarop koor 2 eindelijk met koor 1 mee begint te zingen.

6:15 De mannenstemmen zwijgen even en maken plaats voor de sopranen en de alten om een nieuwe klaagzang in te leiden. De tenoren voegen zich er bijna ongemerkt bij…

6:33 …maar de bassen maken zich er echt boos over! “Help mij klagen, HELP MIJ KLAGEN!”

6:38 Koor 2 is ondertussen alweer vergeten wat er ook alweer aan de hand was. Not the brightest of the bunch. “Wie, wat, hoe was het ook alweer?”

6:49 Oja! “Als een lam!”

Johannes wenst je een vrolijk Pasen

Ik vind het altijd toch een beetje zonde dat iedereen rond Pasen maar de Matthäus Passion zit te luisteren, terwijl de Johannes Passion ook heel mooi is! Sterker nog, als je een beetje haast hebt, zoals iedereen tegenwoordig, is de Johannes Passion met z’n looptijd van een uur en drie kwartier toch een stuk efficiënter dan de Matthäus, die bijna een uur langer nodig heeft om het verhaal van de man en zijn kruis te vertellen. De Johannes behandelt weliswaar een kleiner stuk van het verhaal en begint pas op het punt dat Jezus gearresteerd wordt, wat in de Matthäus nog bijna de hele eerste helft op zich laat wachten, maar uiteindelijk eindigen ze natuurlijk allebei hetzelfde.

Verhaaltechnisch zitten er wel wat andere aspecten aan. In de Matthäus is Jezus zwaarmoedig en dramatisch, valt hij uit tegen zijn discipelen als ze hun ogen niet open kunnen houden en slaakt hij uiteindelijk aan het kruis een laatste kreet van wanhoop: “Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten?” In de Johannes is Jezus berustender, of doet hij in ieder geval relatief laconiek over het noodlot dat de toekomst hem gaat brengen. Hij lijkt zelfs nog een poging te doen om Pilatus te troosten, als die zich verantwoordelijk voelt voor het lot van Jezus. In de Johannes Passion luiden Jezus’ laatste woorden als hij aan het kruis hangt: “Het is volbracht.” Dude. Wat een koele kikker.

Verder missen we in de Johannes Passion het hele drama rondom Judas: in de Matthäus is hij een valse verrader, waarvan Jezus zegt dat hij beter nooit geboren had kunnen worden, en als Judas erachter komt dat Jezus gedoemd is tot de doodstraf, krijgt hij spijt en gaat hij terug naar de hogepriesters, die op hun beurt onvermurwbaar zijn (“Je zoekt het zelf maar uit!”), waarop hij zich uiteindelijk in wanhoop ophangt. Het is een prachtige secundaire verhaallijn over verraad, schuld en spijt. Maar in de Johannes Passion gebeurt niets van dat alles. Daar is Judas alleen een bijrol zonder tekst die in de eerste akte even zijdelings genoemd wordt. Allerlei andere spannende stukken, over Petrus die moet huilen en over de aardbeving na Jezus’ dood, staan eigenlijk helemaal niet in het evangelie van Johannes. Die teksten heeft Bach uit het evangelie van Matteüs moeten lenen om er toch nog een klein beetje een sjeuïg verhaal van te maken.

Tekstueel gezien is de Johannes Passion naar mijn idee eerder op dialoog gefocust, en de Matthäus meer op actie, hoewel ik daar geen concreet bewijs voor heb. De Johannes is van tijd tot tijd een beetje raadselachtig, zoals bijvoorbeeld uitspraken van Pilatus in de trant van: “Wat is waarheid?” en: “Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven!” Of de scène waarin Pilatus aan de hogepriesters vraagt waar ze Jezus precies van beschuldigen, waarop de hogepriesters antwoorden: “Als deze man geen misdadiger was, hadden we hem niet bij je aangegeven.” Bedankt, heren, voor deze duidelijke informatie! Heel fijn, daar kunnen we wat mee.

Muzikaal gezien, want dat is natuurlijk minstens net zo belangrijk, is de Johannes Passion op veel punten optimistischer dan de Matthäus. Een mooi voorbeeld daarvan is het victorieuze “Der Held aus Juda siegt mit Macht”, zomaar opeens middenin de verder toch vrij stemmige aria “Es ist vollbracht”, na Jezus’ laatste woorden aan het kruis. (De grap als koorlid is hier trouwens om in de gaten te houden welke toeschouwers indommelen tijdens die aria en dan opeens wakker schrikken. Ha! Moet je maar beter opletten.) Maar het allerbeste voorbeeld is nog wel het slotkoraal van de Johannes, eigenlijk een soort epiloog nadat het koor net als in de Matthäus het lichaam van Jezus een fijne laatste rustplaats heeft gewenst. In de Matthäus is het daarmee afgelopen, maar in de Johannes komt dan nog deze triomfantelijke afsluiting: hoera! Alles is nu goedgekomen!

Ik voel me net een kopje koffie

Automatische vertalingen zijn niet zo best. Dat is ook logisch, want meestal vertalen ze elk woord letterlijk en dat wordt natuurlijk niks, hooguit een bron van leuke Dunglish uitspraken zoals “I have sense in a little cup coffee.” Google Translate doet het al beter, die probeert woorden in ieder geval niet individueel te vertalen, maar enigszins naar de context (de rest van de zin) te kijken door groepjes woorden te vertalen. Zo komt daar bijvoorbeeld uit: “I feel like a cup of coffee.” Wel een beetje een dubbelzinnige zin, maar in ieder geval goed te begrijpen: “ik heb zin in” kun je redelijkerwijs vertalen als “I feel like”, en “een kopje koffie” is natuurlijk gewoon “a cup of coffee”.

De grote grap komt als je Google Translate deze zin weer laat terugvertalen naar het Nederlands.

“Ik voel me net een kopje koffie.”

Ja, het blijft lastig, dat automatisch vertalen. Mijn idee is dat je eigenlijk het beste niet van taal naar taal kunt vertalen, maar dat het beter zou werken om een soort van taalloze representatie van een zin te maken en die vervolgens weer te formuleren in een andere taal. In taalkundige termen zou je kunnen zeggen dat je de communicatieve intentie van een zin zou moeten achterhalen, dus de bedoeling die een spreker of schrijver heeft met die zin, om die intentie vervolgens in een andere taal weer tot uiting te brengen.

Maar goed, dat terzijde, weer even terug naar de grappige kant van het verhaal. Als een zin na één keer heen en terug vertalen soms niet zo goed uit de verf komt, kun je je voorstellen dat het na tientallen keren automatisch vertalen helemaal uit de hand loopt… Daarvoor hebben we nu Bad Translator.

Ik voerde Bad Translator een zin uit m’n proefschrift: “A communicative act is performed by the speaker in order to convey meaning and achieve a perlocutionary effect, as explained in the previous subsection.” Vierenvijftig vertalingen later, via o.a. IJslands, Afrikaans en Witrussisch, is dat verbasterd tot: “Communication and project management Outcomes: 2 perlokutyonari Effects.” Nice. Wel een stuk bondiger dan mijn zin. Ik denk dat ik mijn hele proefschrift er zo maar doorheen gooi.

Als laatste, ultieme test gaf ik Bad Translator de zin “I feel like a cup of coffee.”

Vijfentwintig automatische vertalingen later: “Do not like coffee.”

Ehm. Wat?

Was hat er denn übel getan?

De eerste keer dat ik de Matthäus Passion zong is denk ik alweer meer dan tien jaar geleden. Inmiddels ken ik ‘m ongeveer uit mijn hoofd. De geloofwaardigheid van het hele zoon-van-God-gebeuren laat ik even in het midden, maar het verhaal over Jezus zoals dat in de Matthäus wordt verteld, is voor mij in de loop der jaren uitgegroeid tot een goed verhaal vol spanning, verraad en wanhoop.

Dit jaar viel het politieke aspect van de zaak me voor het eerst op, en dan in het bijzonder de onmacht van een capabele regering in tijden van populisme. De gouverneur van Judea ten tijde van Jezus’ kruisiging, Pilatus, wordt in de Matthäus neergezet als een welwillende en redelijke man (in andere bronnen is hij een stuk minder aardig, maar ik ga hier even uit het beeld dat geschetst wordt in de Matthäus). Hij is als stadhouder ook het hoofd van de rechtbank en moet dus beslissen wat er met Jezus gebeurt nadat hij is gearresteerd en overgeleverd door de hogepriesters.

Die arrestatie is eigenlijk best een dubieuze zaak: de hogepriesters en de volksoudsten besluiten dat Jezus te veel macht heeft en uit de weg geruimd zou moeten worden. De arrestatie loopt op zichzelf redelijk vlot, maar vervolgens moeten de hogepriesters natuurlijk nog iets vinden om Jezus van te beschuldigen. Het feit dat dat uiteindelijk alleen lukt door middel van twee valse getuigen is voor hen geen reden om van het plan af te zien. Ondertussen zetten de hogepriesters ook het volk op tegen Jezus. Het hoe en wat van dat proces is niet helemaal duidelijk, maar ze slagen er op de een of andere manier perfect in om Jezus in een kwaad daglicht te zetten. Het volk is woedend.

Goed. Terug naar Pilatus. Die weet logischerwijs niet zo goed wat hij hier nu weer mee aan moet. Hoe kan je als rechterlijke macht nou een onschuldige man veroordelen? Anderzijds loopt hij het risico om de woede van de hogepriesters en de rest van het volk op zich te krijgen als hij Jezus zomaar vrijlaat. Wat een impasse. Eigenlijk wil hij het er liefst niets mee te maken hebben, zeker nadat zijn vrouw hem vertelt dat ze een verontrustende droom heeft gehad over Jezus’ onschuld. In de Johannes Passion zegt Pilatus het zelfs expliciet tegen het volk: volgens mij is hij onschuldig.

Pilatus ziet nog een laatste wanhopige poging om Jezus te redden: elk jaar laat hij een gevangene vrij, naar keuze van het volk. Om het zekere voor het onzekere te nemen, laat hij het volk kiezen tussen Jezus en een moordenaar. Dat moet toch zeker wel goed gaan!

Oh. Het volk kiest de moordenaar. #democratie #fail

Deze scene wordt nog het heftigst neergezet in de Johannes Passion – hoewel die juist op de meeste punten het bescheiden en ingetogen kleine broertje is van de Matthäus – waarin de evangelist na het verzoek van het volk om de vrijlating van Barrabas uitroept: “Barrabas aber war… EIN MÖRDER!” Elke keer dat ik de Johannes zing, krimp ik bij die zin weer een beetje ineen. (Kut! Wéér de verkeerde gevangene gekozen om vrij te laten.)

Op dat punt kan Pilatus natuurlijk weinig meer doen. In de Matthäus is dit al het begin van de onvermijdelijke kruisiging, maar in de Johannes stribbelt Pilatus nog meer tegen: in eerste instantie probeert hij de hogepriesters nog over te halen om Jezus mee te nemen om hem zelf te berechten – in effect verklaart hij Jezus vogelvrij, om vooral maar niet met zijn eigen handen schuldig te zijn aan Jezus’ dood – maar de hogepriesters eisen dat Pilatus hem kruisigt. Dan doet Pilatus nog één laatste poging om Jezus vrij te laten, maar het volk maakt duidelijk dat ze hem in dat geval bij Caesar zouden aangeven als landsverrader.

Op dat punt geeft hij het op. Welja. Ik kan er ook niets meer aan doen.

Zo zie je maar dat een clubje hogepriesters met een politieke agenda het hele volk zo kan ophitsen dat een onschuldige man ter dood gebracht kan worden, tegen de wil van een goedgezinde regent in. En dat, lieve kijkbuiskinderen, is het verhaal van populisme en demonisering in de Matthäus Passion.

Weetjes van de week

Men vindt nogal eens wat op het internet. Ik ben zelf nogal fan van rare weetjes en grappige feiten. Of het een wekelijkse rubriek wordt weet ik nog niet, maar dit is slechts een greep uit de opmerkelijke dingen die het internet mij deze week leerde.

Het Nederlandse woord met de meeste achtereenvolgende medeklinkers is slechtstschrijvend.

Het sjieke ontbijtgerecht eggs Benedict bestaat uit een breakfast muffin (een soort beschuitbol), met daarop een plakje ham of spek, een gepocheerd ei en hollandaisesaus (lobbige saus van eidooier, boter en citroen). Niet zomaar iets voor elke doordeweekse dag. De oorsprong van eggs Benedict is echter minder sjiek: beurshandelaar Lemuel Benedict wilde iets voor tegen zijn kater. Nice. Opletten dus, de volgende keer dat je een kater hebt, want voor je het weet bedenk je iets dat ruim honderd jaar later nog steeds in de sjiekste hotels ter wereld geserveerd wordt.

Iets heel anders. Van de meeste Engelse namen is het wel duidelijk wat het Nederlandse equivalent is, zeker van bijbelse namen (John/Johannes bijvoorbeeld), maar ik kon me niet bedenken wat het Nederlandse equivalent van ‘James’ zou zijn. Blijkt dat tot mijn grote verbazing ‘Jacob’ te zijn. De gezamelijke voorouder is het Griekse ‘Iacobos’; de connectie met ‘Jacobus’ is wel duidelijk, maar via het Latijn is men in de tussentijd richting ‘Iacomus’ gegaan en vanuit daar verder naar ‘James’. Het wordt nog leuker als je beide namen verder gaat verbasteren: handen omhoog als je al wist dat ‘Jim’ en ‘Koos’ dus eigenlijk dezelfde naam zijn.

Niemand?

My thoughts exactly.

En dan tenslotte nog een tijd-van-het-jaar-gerelateerd weetje. Eerder deze week realiseerde ik me opeens dat Goede Vrijdag eigenlijk best een rare benaming is voor een dag waarvan men gelooft dat er iemand bloederig aan een kruis genageld is. Het hoe en waarom van die benaming blijkt onduidelijk te zijn. Er zijn drie theorieën: oftewel het is afgeleid van “Gods Vrijdag”, oftewel het is een goede dag vanwege het hele gebeuren met opofferen voor onze zonden etcetera, oftewel ‘goed’ had vroeger de bijbetekenis ‘heilig’. De geleerden zijn er echter nog niet over uit. (Overigens zijn er meer dan genoeg talen waarin de desbetreffende vrijdag heel anders heet: zo zijn er bijvoorbeeld ‘grote vrijdag’, ‘sombere vrijdag’, ‘heilige vrijdag’, ‘lange vrijdag’, ‘lijdensvrijdag’ en, de originaliteitsprijs van vandaag, ‘dag van het lijden van Christus’.)

Tot zover de loze feitjes voor vandaag. Leuk? Saai? Tips? Lucht je hart in de comments.