Een LEGO-volle zaterdag

Afgelopen zaterdag stond ik al om kwart voor 7 naast mijn bed. Maar alle verloren slaap was vergeven en vergeten toen twee opblaasbare lego-bejaarden me twee uur later welkom heetten op de regiofinale van de FIRST LEGO League Brabant, waar ruim 30 piepjonge teams kwamen strijden met hun zelfgebouwde en zelfgeprogrammeerde LEGO-robots.

Als lid van de negenkoppige technische jury beoordeelde ik het technisch ontwerp en programmacode van alle robots. En wat een gave robots waren het! De deelnemers waren tussen de 8 en 14 jaar. Best een groot verschil: van echt kleine kinderen tot opgeschoten pubers, compleet met snorharen en alles. Maar zowel bij de jonge als de wat oudere teams waren best wel indrukwekkende robots te vinden!

De teams stonden voor een flinke uitdaging. De robots moesten op een speelveld diverse opdrachten uitvoeren: een stoel halen en terugzetten, een bowlingbal gooien, in balans blijven terwijl ze over een instabiele brug reden, een medicijnflesje van een bepaalde kleur pakken, en zo nog een paar taken. Sommige robots waren heel basic en konden vooral heen en weer rijden, maar er waren bijzondere robots bij met kleursensoren en complete if-else-constructies.

Naast de jury-rondes mochten de teams (of beter gezegd: hun robots) ook nog allerlei wedstrijden spelen tegen elkaar. De teams en hun supporters waren superfanatiek! De robots werden aangemoedigd alsof het een voetbalwedstrijd tegen onze oosterburen was.

De LEGO League was het vroege opstaan meer dan waard. Ik heb veel toffe robots gezien, veel gemotiveerde kinderen gesproken, veel cijfertjes en beoordelingen bedacht en juryformulieren ingevuld, en geprobeerd een zo goed mogelijk oordeel te vellen. En dat is nog best lastig als er zoveel goeds langskomt! Gelukkig had ik op de terugweg nog net genoeg tijd om een warme snack te halen voor in de trein op weg naar huis. Wanneer zouden de eerste railcatering-robots ingevoerd worden?

Een harde schijf vervangen, Lady Geek-style

Afgelopen voorjaar kocht ik een fantastische nieuwe harde schijf voor mijn vier jaar oude laptop: een hybride HDD/SSD. Voor wie dat niet zoveel zegt: een combinatie van flashgeheugen (zoals op een USB-stick) en harde schijf (zoals in je computer), die daardoor én snel (zoals de flash) én betaalbaar (zoals de schijf) is. Een paar maanden later kocht ik een nieuwe laptop, en ook al is die een stuk sneller dan de oude, toch miste ik mijn hybride schijf. Vanavond verving ik de één door de ander. Dat ging niet zonder hindernissen. Dit is wat er ongeveer gebeurde. Een combinatie van handleiding en detective, in 10 stappen.

(Proloog: gisteravond 22:00. Ik schroef mijn hybride schijf in een externe schijfbehuizing en kopieer ’s nachts één-op-één de harde schijf van mijn laptop naar de externe schijf met Carbon Copy Cloner.)

Vanavond 19:30. Ik zet mijn laptop uit, haal wat schroevendraaiers uit de gereedschapskast en pak de handleiding van iFixit erbij op mijn telefoon. Ik begin met het losschroeven van de kleine schroefjes onderop mijn laptop – althans, dat is de bedoeling. Ik krijg de krengen met geen mogelijkheid los.

Lees verder

Wat doet een Lady Geek in de wildernis?

Ik vertelde het gister al: ik heb drie weken in de wildernis in Canada gekampeerd. En die wildernis was af en toe nogal wild. Meestal stonden we op campings zónder douches, warm water, doortrekwc’s en elektriciteit, maar mét eekhoorns, bergbeekjes en beren. Op één camping was er niet eens drinkwater. Daar moest je het water eerst een minuut koken voordat het drinkbaar was.

Eigenlijk hou ik best van het stoere leven: hout hakken, kampvuurtjes stoken, marshmallows roosteren, worstjes bakken als ontbijt, over rotsen klauteren, in koude bergmeertjes zwemmen, over steile bergpassen rijden, op gletsjers wandelen.

Maar hoe doe je dat als nerd, zonder stroom en internet? Digitaal gezien kom je niet zo ver, maar je houdt jezelf bezig met puzzelsspelletjes en slimme boeken en je houdt zo nu en dan eens wat cijfers en statistieken bij (langste trein die we zagen: 181 wagons). Met een auto-oplader hou je je smartphone opgeladen, voor eerdergenoemde spelletjes en voor de zeldzame internetgelegenheden die je onderweg tegenkomt.

Als je het niet trekt, kun je altijd nog op Canadese wijze gaan kamperen (ja, de achterkant van dit monster is een camper-gedeelte)

En hoe kom je dat soort ontberingen door als dame? Eigenlijk is dat niet eens zo heel moeilijk. Ook in een bergbeekje kun je je benen scheren (hoe koud het ook is). Ook in een rokje kun je door een bos wandelen (mits niet flodderig). Ook op een gasstelletje kun je fatsoenlijke maaltijden koken (met enig oefenen). En ter compensatie voor drie weken op wandelschoenen, gympen en slippers kreeg ik bij terugkomst in Vancouver een paar belachelijk hooggehakte pumps cadeau van mijn lief.

En om jezelf te verwennen ga je tussen de provincial en national parks door soms naar een luxe camping, zo eentje met wifi en stroom en wasmachines en warme douches.

Hoe doe jij dat op vakantie, zonder internet of hoge hakken?

Terug uit de wildernis

De afgelopen drie weken kampeerde ik in een tentje in de wildernis in Canada. Ja, echt! Dat lijkt weinig ladylike (geen douche, geen spiegels, totaal ongeschikt voor hakken) en weinig geeklike (geen stroom, geen internet, je hebt niks aan je laptop), maar daarover later meer.

Eerst even wat over mijn blog, die tijdens mijn afwezigheid niet stilgezeten heeft. Voor wie de automatisch klaargezette posts gemist heeft, het ging de afgelopen weken over:

Ikje

Ingestuurd als ikje:

Ik heb een dag vrij en heb daarom aangeboden de cello van mijn vriend op te halen bij de reparateur. Op de fiets. Ik krijg al snel spijt: het stormt, en ik moet mijn best doen om overeind te blijven. Mijn vriend fietst elke week met het bakbeest op z’n rug naar zijn orkestrepetitie. Ik prijs me gelukkig dat ik zelf piano speel: ik hoef nooit mijn instrument mee te sjouwen.

Als ik een hoek omfiets, word ik overvallen door een windvlaag, die mij met cello en al bijna de stoep op blaast. Een langsfietsende man roept me na: “Jij bent zeker blij dat je geen piano speelt!”

Het grote zwarte gat

Nu mijn proefschrift definitief af is en mijn promotie achter de rug, heb ik opeens weer écht vrije tijd, tijd over, gelegenheid om me te vervelen. Net als na mijn bestuursjaar had ik me al voorbereid op het grote zwarte gat (zie filmpje).

Maar gelukkig heb ik duizend plannen! Slim als ik ben, heb ik die allemaal opgeschreven in een grote leuke-dingen-voor-na-mijn-promotie-doelijst, maar dom als ik ben, weet ik niet meer waar die lijst is. Dus, lieve lezer, tips zijn welkom! Films, boeken, uitjes, hobby’s, recepten, achterstallige werkzaamheden en liedjes om te spelen op mijn nieuwe ukelele, ik kan ze allemaal gebruiken.

Mijn eerste boek

Uitnodiging voor mijn promotieVorige week ontmoette ik iemand wiens eerste boek in 2011 uitkomt. In eerste instantie was ik vooral jaloers. Mijn eigen boek-in-wording is al jaren in wording: een verhaal over twee onhandige mensen die zichzelf in een onhandige situatie terugvinden, een paar jaar geleden begonnen als gedachtenexperiment, langzamerhand verworden tot een serie overdenkingen en op een gegeven moment uitgegroeid tot een verhaal in mijn hoofd. Vanaf daar werd het eerst tastbaar als woorden op papier, maar het groeide zo snel en non-lineair dat ik het naar mijn computer verhuisde, en daar is het langzamerhand tot een echt boek-in-wording geworden. Maar die “in-wording” heb ik er nog niet af weten te krijgen. Iemand die daadwerkelijk een boek heeft geschreven en afgemaakt en gepubliceerd verdient dus wel mijn bewondering.

De avond na mijn ontmoeting met de schrijver haalde ik een kartonnen A4-envelop uit de brievenbus. Het retouradres was van een drukker uit Zutphen. In de envelop zat een dubbelgevouwen vel karton met mijn naam, een titel en een plaatje van robots erop, en een flink pak papier van ongeveer 230 kantjes. Toen realiseerde ik me dat mijn eerste boek ook in 2011 uitkomt. Het is weliswaar geen fictie en het zal niet door veel mensen gelezen worden, maar het is wel aan mijn brein ontsproten, geïnspireerd door de groten der aarde, waardig bevonden door zeven wijze mannen én het heeft een ISBN, wat ik – overigens tot mijn eigen verbazing – een van de indrukwekkendste bijkomstigheden vind.

Mijn eerste boek heeft zelfs een soort lancering. De pre-launch is op 7 februari. Dan krijg ik de eerste oplage, 150 stuks, van de drukker. De echte lancering, inclusief hapjes en drankjes, is op 9 maart. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik me voorafgaand aan de borrel live mag verdedigen tegenover een panel van de meest kritische recensenten die je je kunt voorstellen. Drie kwartier lang. Totdat het hora est en ik op ceremoniële wijze de ‘s’ van mijn ‘drs’ verlies.

Mijn eerste boek. Het is er gewoon al. Zonder dat ik door had dat het mijn eerste boek was. Op naar het tweede.