Het geheim van een elegant doch comfortabel leven

Ik wil het eens met jullie hebben over nette schoenen, lieve lezers. Ik hield nooit zo van dure nette schoenen. Want ja, waarom zou je een paar simpele zwarte pumps van €80 kopen als je ze ook voor €20 kunt krijgen?

Niet de schoenen in kwestie

Afgelopen voorjaar kocht ik desalniettemin een paar simpele zwarte pumps van €80. Een hak van acht centimeter, maar ze zitten werkelijk als slofjes. Misschien is het gek dat ik hier pas op mijn achtentwintigste achter kom, lieve lezers, maar heb meelij. Voor veel dingen geldt alsnog dat ik van goedkope zooi houd, omdat mijn aandachtsspanne vaak te kort is om een kledingstuk langer dan één seizoen leuk te vinden. Maar ik begon het vermoeden te krijgen dat het bij schoenen wel eens anders zou kunnen werken.

Gister werd mijn hypothese bevestigd. Ik kocht een paar nette veterschoenen met een aanzienlijke hak. Schandalig duur, maar gemaakt van prachtig cognackleurig leer. Het is natuurlijk vragen om problemen om die meteen de volgende dag al werkwaarts te dragen, aangezien een werkdag voor mij een aantal wandelingen inhoudt: van fiets naar vertrekspoor, van aankomststation naar kantoor en vice versa. Tegen beter weten ik waagde ik het er toch op. Ik heb er geen spijt van gehad. Zelfs een sprintje naar de sprinter bleek niet te veel gevraagd.

De ontdekking van de week luidt als volgt. Goede Schoenen zijn weliswaar significant duurder dan Slechte Schoenen, maar één netjes doch comfortabel paar schoenen van €80 is netto toch meer waard dan die vier paar van €20 die in de kast blijven liggen omdat je na tien meter al last hebt van bloedblaren, zweetvoeten, eeltknobbels, harde randjes, schurende naden, ingegroeide nagels, loshangende lappen vel, klompvoetjes, een sterk gevoel van wanhoop of een combinatie van bovenstaande.

Vier sterren, zoals Recensiekoning zou zeggen: vijf voor het comfort, één ster aftrek voor de monetaire consequenties van deze ontdekking.

Ikje

Ingestuurd als ikje:

Ik heb een dag vrij en heb daarom aangeboden de cello van mijn vriend op te halen bij de reparateur. Op de fiets. Ik krijg al snel spijt: het stormt, en ik moet mijn best doen om overeind te blijven. Mijn vriend fietst elke week met het bakbeest op z’n rug naar zijn orkestrepetitie. Ik prijs me gelukkig dat ik zelf piano speel: ik hoef nooit mijn instrument mee te sjouwen.

Als ik een hoek omfiets, word ik overvallen door een windvlaag, die mij met cello en al bijna de stoep op blaast. Een langsfietsende man roept me na: “Jij bent zeker blij dat je geen piano speelt!”

Belachelijke cheesecake

Ik kijk al anderhalf jaar verlangend naar Smitten Kitchen’s Cappuccino Fudge Cheesecake. De beschrijving is al belachelijk prachtig en prozaïsch.

[…] a coffee cheesecake that is neither sweet nor obvious, but laced with the faint bitter complexity you’d want from a good cup of coffee. You know, if that good cup of coffee had four bricks of cream cheese in it.

AW HELL YEAH! http://www.chix0r.nl/2011/04/belachelijke-chees... on Twitpic
Oude homevideo's converteren en taart eten. Ik vind het ... on Twitpic

HALLELUJA! Het resultaat!

En volgens het recept kunnen er dertig porties van gesneden worden. Dertig! Driekwart kilo pure chocola, bijna driekwart kilo cream cheese, en behalve de usual suspects (boter, suiker, eieren, koffie, slagroom) ook nog twee soorten sterke drank. Maar ik heb het nog nooit aangedurfd. Het is nogal een operatie: het monster kost een dag om te maken en ik denk dat er ongeveer twee miljoen calorieën in zitten.

Maar hij lacht zo naar me! Die heerlijke laagjes: een knapperige buitenkant van chocoladekruimel, daarin eerst een bodempje ganache (een crème-achtig laagje) van chocola en kahlua, dan de daadwerkelijke cappuccino-cheesecake, met daar bovenop nog vanille-crème. En nog meer ganache bovenop om het af te maken.

Morgen ga ik het hele gebeuren eindelijk eens proberen. Ik heb het me al vaker voorgenomen, maar nu ben ik er klaar voor. Handig is hij wel: als er inderdaad dertig puntjes uit kunnen, kan hij het hele paasweekend mee naar alle familie en kan iedereen er z’n buikje rond aan eten. Ik ben benieuwd. Wish me luck!

Het grote zwarte gat

Nu mijn proefschrift definitief af is en mijn promotie achter de rug, heb ik opeens weer écht vrije tijd, tijd over, gelegenheid om me te vervelen. Net als na mijn bestuursjaar had ik me al voorbereid op het grote zwarte gat (zie filmpje).

Maar gelukkig heb ik duizend plannen! Slim als ik ben, heb ik die allemaal opgeschreven in een grote leuke-dingen-voor-na-mijn-promotie-doelijst, maar dom als ik ben, weet ik niet meer waar die lijst is. Dus, lieve lezer, tips zijn welkom! Films, boeken, uitjes, hobby’s, recepten, achterstallige werkzaamheden en liedjes om te spelen op mijn nieuwe ukelele, ik kan ze allemaal gebruiken.

De makkelijkste ijstaart

 

Supa Dupa Meringues

De paaseitjes liggen weer in de schappen, maar wat nog mooier is: dat betekent ook dat er weer van die harde, brosse schuimpjes verkocht worden. Buiten het paas- en kerstseizoen kan ik die nooit vinden. (Voor tips waar ze wel het hele jaar door verkrijgbaar zijn, houd ik me aanbevolen!) Die schuimpjes, daar ben ik op zichzelf niet zo’n fan van, maar je kunt er wel ontzettend lekkere, makkelijke ijstaart mee maken. Plus, je zou bijna denken dat hij gezond is, omdat je er geen extra suiker bij doet en er zit fruit in! (De schuimpjes en de kwart liter slagroom vergeet ik dan voor het gemak even.)

 

Klop 250 ml slagroom (zonder suiker) tot het net niet helemaal stijf is en klop er dan 500 g Griekse yoghurt doorheen tot een glad mengsel. Voeg dan 250 g diepvriesfruit en 100 g verkruimelde brosse schuimpjes toe en spatel het voorzichtig door elkaar. Doe het mengsel in een springvorm en zet een paar uur in de vriezer. Klaar!

Tip: haal de taart een half uurtje voor het serveren uit de vriezer en zet ‘m in de koelkast. Dan kun je hem een stuk makkelijker aansnijden.

Taartloze appeltaart

Apples on wooden board RAW

Soms gaat dat zo op een zondagavond: je hebt zin in een toetje, maar het enige dat je in huis hebt dat enigszins in aanmerking komt, is twee appels en een bus slagroom. En appel met slagroom is ook weer zo wat… or is it?

Schil een appel en snijd hem in stukjes. Verhit een klontje boter in een koekenpan en bak de appel even een minuutje zachtjes aan. Voeg dan wat suiker en kaneel toe en een eetlepel water tegen het aanbranden. Bak nog een paar minuten tot het water verdampt is en doe de warme appel in een bakje. Serveer met slagroom. Klaar!

Eigenlijk nog lekkerder met een bolletje kaneelijs of een bolletje vanille-ijs (of, who am I kidding, een bolletje kaneelijs én een bolletje vanille-ijs).

Internet is niet vol, gewoon gezellig

Misschien heb je het al gehoord: alle IPv4-adressen zijn op. Is het internet nu vol?

Het is nogal dubbel. Aan de ene kant is het internet nog niet helemaal vol. De laatste vrije blokken IPv4 zijn twee weken geleden uitgedeeld aan providers, maar die providers hebben daarmee nog best een voorraadje van een paar maanden voor hun klanten. Maar de endgame is al wel begonnen. Om te begrijpen hoe die werkt, moet je eerst iets weten over hoe IP-adressen uitgedeeld worden. Er zijn vijf Regional Internet Registries die IP-adressen reserveren, globaal corresponderend met de vijf werelddelen, zoals je rechts op het plaatje ziet. Die reserveren blokken IP-adressen bij de centrale registratie en verdelen ze vervolgens zelf aan providers op hun werelddeel.

Wat zo’n ‘blok’ IP-adressen betekent, kun je goed zien in de illustratie links. (Je kunt het nog beter zien als je op het plaatje klikt.) Eén blokje staat voor ruim 16 miljoen IP-adressen. Dat lijkt heel veel, maar er zijn ook vreselijk veel apparaten die een IP-adres gebruiken: niet alleen computers, maar ook mobiele telefoons en modems bijvoorbeeld. En daar zijn er nogal veel van. In totaal zijn er bijna 4,3 miljard IPv4-adressen. Dat is dus minder dan één adres per persoon op aarde, en dat blijkt te weinig te zijn. De groene blokken in het plaatje staan voor de niet-gereserveerde adressen in 2006. Die groene blokken zijn inmiddels dus allemaal op. Kun je nagaan hoeveel het internet de afgelopen vijf jaar gegroeid is!

Toen IPv4 net bestond, is er redelijk kwistig gestrooid met adressen. Grote bedrijven zoals HP, Apple en Xerox hebben hele blokken gekocht voor eigen gebruik voordat er regels opgesteld werden over de verdeling van IP-adressen. In die regels staat ook dat op het moment dat er nog maar vijf blokken over zijn, die verdeeld worden over de vijf RIRs. Dat moment is nu dus aangebroken. Twee weken geleden waren er nog acht vrije blokken, waarvan APNIC, de Aziatische RIR, er drie reserveerde. Die vijf overgebleven blokken, dat is dus de endgame. Die zijn inmiddels verdeeld, dus nu zijn ze op.

Zoals gezegd betekent dat alleen dat alle IP-adressen gereserveerd zijn, nog niet uitgedeeld, en gaat het hele zaakje nog best een paar maanden mee. Maar zodra de gereserveerde adressen op zijn, ja, dan is IPv4 wel helemaal vol. Dat betekent niet dat het internet ophoudt met werken, alleen dat er geen nieuwe IP-adressen bij kunnen. Dan kunnen nieuwe apparaten dus niet meer verbinden met internet.

Op zich is dat geen probleem: de oplossing, IPv6, staat al sinds 1998 voor de deur! Waarom IPv6 de oplossing is, is eigenlijk heel simpel. Tegenover de 4,3 miljard IPv4-adressen staat het niet te bevatten aantal IPv6-adressen: een 3 met 38 nullen. Dat komt voorlopig dus wel goed. Wat wél een probleem is, is dat er bij providers van alles omgebouwd moet worden om ook IPv6-adressen te kunnen lezen en uitdelen. Dat is nog veel te weinig gebeurd. Op IPv6Ready kun je zien welke websites wel en niet een IPv6-adres hebben. Dat valt eigenlijk nogal tegen: van de 65 top-websites volgens Alexa is maar 13% IPv6-ready.

Ergens in de komende maanden moet er dus flink haast gemaakt worden. Anders krijg je een soort tweedeling van het internet: IPv4-apparaten kunnen immers niet communiceren met IPv6-apparaten, omdat ze niet dezelfde “taal” spreken. Dat betekent dat je een deel van het internet niet kan bekijken als je via een IPv4-modem of IPv4-provider verbonden bent. Op 8 juni gaat een aantal grote websites, zoals Google en Facebook, testen met IPv6. Als alles goed gaat, zullen ze de komende tijd waarschijnlijk op zowel IPv4 als IPv6 gaan draaien. Ben jij er klaar voor?